Behoudt u uw VVPRbis-gunstregime inzake roerende voorheffing na inbreng van de aandelen in een maatschap?

Vakartikels

Dividenduitkeringen worden in principe onderworpen aan de roerende voorheffing van 30%. De Belgische wetgever heeft echter in verschillende fiscale gunstregimes voorzien. Zo voorziet de VVPRbis-gunstregeling in een verlaagd tarief van 20% of 15%. Houdt dit fiscale gunstregime stand na de inbreng van VVPRbis-aandelen in een maatschap?

    1.    Voorwaarden VVPRbis-gunstregeling

    De voornaamste voorwaarden waaraan deze dividenden moeten voldoen:

    • uitgekeerd door een vennootschap die ‘klein’ was in de zin van art. 1:24 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen in het belastbaar tijdperk van de inbreng
    • voortkomen uit nieuwe aandelen op naam
    • de aandelen zijn volstort op het ogenblik van uitkering
    • de aandelen zijn verworven in ruil voor nieuwe inbreng in geld
    • de aandelen zijn uitgegeven naar aanleiding van de oprichting van een nieuwe vennootschap of een kapitaalverhoging in een bestaande vennootschap
    • de inbreng is gedaan vanaf 1 juli 2013
    • de belastingplichtige heeft de aandelen ononderbroken in volle eigendom behouden vanaf de kapitaalinbreng.

    Opdat de verlaagde roerende voorheffing van toepassing zou zijn, mogen de dividenden ten vroegste zijn toegekend uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng (20%) of vanaf het derde en de daaropvolgende boekjaren na dat van de inbreng (15%).

    Door de afschaffing van het vennootschapsrechtelijk kapitaalbegrip (behalve voor de naamloze vennootschap), werd de voorwaarde inzake minimumkapitaal in kapitaalloze vennootschapsvormen (bv. de vroegere V.O.F.) voor de VVPRbis-regeling afgeschaft. Dit geldt voor aandelen uitgegeven naar aanleiding van inbreng in geld na 1 mei 2019.

    De wet voorziet ook in een aantal uitzonderingen op de voorwaarde ‘ononderbroken behoud van aandelen in volle eigendom’. Zo blijft het verlaagd tarief toch van toepassing bij:

    • een overdracht van volle eigendom naar afstammelingen of tussen echtgenoten via schenking of vererving
    • een overdracht naar afstammelingen of tussen echtgenoten die het gevolg is van een wettelijke erfopvolging (blote eigendom naar kinderen en vruchtgebruik echtgeno(o)t(e))

    2.    Inbreng VVPRbis-aandelen in een maatschap

    Aan de Rulingcommissie (ruling nr. 2018.0467 van 26 juni 2018) werd de vraag gesteld of er nog sprake was van ononderbroken bezit na inbreng van VVPRbis aandelen in een maatschap. 

    Een maatschap is een vaak aangewende structuur bij vermogens- en successieplanning. Het door de ouders ingebrachte vermogen kan eenvoudig worden overgedragen naar de volgende generatie door het schenken van de deelbewijzen van de maatschap. Via het zaakvoerderschap behouden de ouders controle over het vermogen dat in de maatschap werd ondergebracht.

    Juridische en fiscale kenmerken van een maatschap

    Een maatschap is een vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid. De goederen die worden ingebracht in een maatschap worden niet aangehouden door de maatschap zelf, maar door de maten in een bijzondere vorm van mede-eigendom. Een maatschap is ook volkomen fiscaal transparant, waardoor de inkomsten en meerwaarden worden belast in hoofde van elke maat afzonderlijk. 

    Feitelijke situatie

    In de aan de rulingdienst voorgelegde situatie wensten de 4 maten – die elk 1/4de van de aandelen in volle eigendom bezaten – hun participatie in de maatschap in te brengen in dezelfde verhouding. In het aandeelhoudersregister van de vennootschap blijven de aandeelhouders nog steeds als aandeelhouder vermeld, maar wordt er bij elk aandeel de vermelding ‘toegewezen aan maatschap X’ genoteerd. Daarnaast zou er in de statuten van de maatschap opgenomen worden dat bij uittreding, aan elke maat de aandelen van de vennootschap zullen toebedeeld worden die hij initieel heeft ingebracht.

    Beslissing rulingdienst

    Rekening houdend met het feit dat de maatschap een  transparante entiteit is, kwam de rulingdienst tot het besluit dat de inbreng van de VVPRbis-aandelen in volle eigendom niet gelijk kon gesteld worden met een eigendomsoverdracht. Bijgevolg voldoen deze aandelen na inbreng in de maatschap nog steeds aan de voorwaarde van het ononderbroken behoud in volle eigendom. De rulingdienst bevestigde bovendien dat het gunstregime ook van toepassing zal zijn op de nieuwe aandelen na de geplande kapitaalverhoging in geld door de maatschap. Dit op voorwaarde dat de inschrijving van de nieuwe aandelen op dezelfde wijze wordt verwerkt in het aandeelhoudersregister.

    3.    Maatschap als instrument van familiale planning

    De maatschap maakt het mogelijk om vermogen over te dragen naar de volgende generatie met behoud van controle. Door het schenken van de deelbewijzen kan men  (hoge) erfbelasting vermijden.

    Rekening houdend met de bovenvermelde uitzonderingsregel die de wetgever heeft voorzien, zal een latere schenking van de deelbewijzen van de maatschap in volle eigendom aan de kinderen of echtgeno(o)t(e) geen aanleiding mogen geven tot het verlies van het VVPRbis-gunstregime.

    Vaak wenst men zich bij een schenking het vruchtgebruik voor te behouden. De schenker schenkt hier niet de volle eigendom maar enkel de blote eigendom. Een schenking in blote eigendom van de deelbewijzen van de maatschap zal echter wel tot gevolg hebben dat de aandelen niet langer genieten van het gunstregime. De dividenduitkeringen zullen in dit geval onderhevig zijn aan een roerende voorheffing van 30% !

    Indien de schenker inkomsten wenst te behouden zonder dit fiscale VVPRbis-gunstregime te verliezen, kan er geschonken worden in volle eigendom onder last tot betaling van een rente aan de schenker.

    Gezien de fiscale transparantie van de maatschap is er na de inbreng van VVPRbis- aandelen nog steeds voldaan aan de voorwaarde van het ononderbroken bezit.

    Besluit

    Bij de invoering van het VVPRbis-regime werd in de memorie van toelichting verduidelijkt dat het de wens was van de wetgever om het voordeel van het verlaagd tarief van de roerende voorheffing te beperken tot de initiële aandeelhouders. Rekening houdend met de fiscale transparantie van de maatschap, is de inbreng van deze aandelen niet in strijd met de doelstelling van de wetgever. 

    De maatschap blijft een ideaal controlevehikel met uitstekende mogelijkheden naar successieplanning, waarbij men controle en inkomsten kan behouden. Bij de inbreng van VVPRbis-aandelen in een maatschap blijft er voldaan aan de voorwaarde van ononderbroken bezit.

    Ook bij verdere planning naar de volgende generatie kan dit fiscale gunstregime behouden blijven, indien de nodige aandacht wordt besteed aan de wijze waarop deze aandelenoverdracht plaatsvindt.

    Bij de verdere planning naar de volgende generatie kan dit fiscale gunstregime behouden blijven, mits de nodige aandacht te besteden aan de wijze waarop de aandelenoverdracht plaats vindt.

    Meer weten?

    Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Miek Vandecasteele, Senior Estate planner, of uw dossierverantwoordelijke.
    Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.