Fiscale bepalingen uit het Vlaamse regeerakkoord

Vakartikels

De kogel is door de kerk. We hebben een nieuwe Vlaamse regering. Uit het regeerakkoord blijkt dat de nieuwe Vlaamse regering ook enkele wijzigingen op fiscaal vlak wil doorvoeren. Aangezien het Vlaamse Gewest slechts voor specifieke belastingen zelf bevoegd is, zijn de eigen maatregelen ook aangevuld met intenties om bepaalde zaken aan de (nog altijd te vormen) federale regering voor te leggen. Door deze beperkte bevoegdheden blijft het dan ook wachten op een federale regering om een volledige kijk te krijgen op de geplande wijzigingen in de fiscaliteit.

Hieronder vindt u een samenvatting van de fiscale onderwerpen uit het regeerakkoord en andere communicatie door betrokken politici per categorie belastingen. Bij gebrek aan volledig uitgeschreven teksten zijn deze plannen dus onder voorbehoud van wijzigingen. Uit ervaring weten we dat tijdens de parlementaire werkzaamheden wetteksten vaak nog grondig aangepast worden.

Erfbelasting: hervorming en verlaging

Uit het regeerakkoord blijkt dat de Vlaamse regering voor iedereen de erfbelasting wil hervormen en verlagen, al ligt de focus in eerste instantie op “kleine en middelgrote erfenissen”. Hierbij blijft voorlopig onduidelijk wat we onder kleine en middelgrote erfenissen moeten verstaan. Ook de mate waarin de erfbelasting zou dalen, is nog niet gekend. Wat we wel al weten, is dat de regering zeker ook aandacht besteedt aan de tarieven voor “andere personen” (lees: voor erfgenamen die niet afstammen van, geen (groot-)ouder zijn van of geen broer/zus zijn van de erflater). Deze tarieven zijn momenteel zeer hoog (tot 55%). 

Deze sectie van het regeerakkoord bevestigt ook het algemene principe dat de schenkbelasting niet hoger mag zijn dan de erfbelasting. Ook vorige Vlaamse regeringen wensten schenkingen bij leven aan te moedigen om economische en budgettaire motieven.

Ten slotte kondigt de Vlaamse regering aan dat “onrechtmatige achterpoortjes worden gesloten”. Uit andere communicatie in de media is (voorlopig) gebleken dat hierbij vooral twee specifieke werkwijzen geviseerd worden:

  1. Het gunstregime voor de overdracht van familiale ondernemingen, met bijzondere focus op privévastgoed dat in een vennootschap ondergebracht zou zijn;
  2. Het gebruik van private stichtingen. 

Gelet op de abstracte formulering in het regeerakkoord, sluiten we niet uit dat ook dat de regering ook andere planningstechnieken in het vizier kan nemen.

Registratierechten: omhoog en omlaag

Vooreerst het goede nieuws: voor de aankoop van een enige en eigen woning worden de registratierechten vanaf 1 januari 2025 verlaagd worden van 3% naar 2%. Doorslaggevend is hierbij de datum waarop de authentieke akte voor de notaris verleden wordt. De datum van de onderhandse verkoopakte (de zogenaamde “compromis”) is hierbij dus van geen belang.

Om misbruik van dit verlaagd tarief tegen te gaan, wil de regering extra inzetten op fraudebestrijding. Hiervoor zou Vlabel (de Vlaamse belastingdienst) ook gebruik maken van de informatie die de FOD Financiën ontvangt van buitenlandse overheden over de buitenlandse onroerende goederen die eigendom zijn van inwoners van Vlaanderen (de zogenaamde CRS-inlichtingenfiches).

Voor beroepsverkopers wordt het tarief van de registratierechten voor de aankoop van onroerende goederen opgetrokken naar 6%.

Verkeersfiscaliteit: elektrische voertuigen in het vizier

Nulemissievoertuigen zullen niet langer kunnen genieten van een vrijstelling van de verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling. De regering stelt immers vast dat alsmaar meer elektrische voertuigen ingeschreven worden, waardoor de inkomsten uit deze belastingen dalen, terwijl deze “voertuigen, net als de voertuigen op fossiele brandstoffen, gebruikmaken van de openbare weg”. 

Het regeerakkoord vermeldt dat hiervoor een regeling uitgewerkt wordt om al ingeschreven voertuigen nog te laten genieten van de bestaande vrijstelling.

Hoewel hiervan niets in het regeerakkoord terug te vinden is, zou ook onderzocht worden hoe buitenlandse voertuigen mee kunnen betalen voor het gebruik van het openbarewegennet in Vlaanderen. Een mogelijke piste is een vignetplicht, gekoppeld aan een verlaging van de verkeersbelasting. Omwille van Europese regelgeving is dit echter moeilijk te implementeren, wat wellicht verklaart waarom we dit actiepunt niet in het regeerakkoord terugvinden.

Niet langer een vrijstelling van verkeersbelasting en BIV voor elektrische voertuigen.

Personenbelasting: geen belastingvermindering voor dienstencheques meer

Ook de belangrijkste maatregel in verband met de personenbelasting lezen we niet in het regeerakkoord, namelijk de afschaffing van de belastingvermindering voor dienstencheques. Na een eerdere daling van de belastingvermindering van 30% naar 20% van het bedrag, zou de belastingvermindering voor dienstencheques vanaf nu helemaal op de schop gaan. Bovendien zou ook de prijs per dienstencheque stijgen van 9 naar 10 EUR. Samen zijn deze maatregelen goed voor een nettoprijsstijging van 39%. 

Ook de belastingvermindering voor het behoud van beschermd onroerend erfgoed wordt afgeschaft. Deze belastingvermindering werd in de praktijk amper gebruikt, onder meer omdat het gebruik ervan niet toegestaan is bij gesubsidieerde projecten. De subsidies voor het behoud van beschermd onroerend erfgoed blijven overigens wel bestaan, waardoor dit slechts in zeer uitzonderlijke gevallen nadelig zal uitvallen voor belastingplichtigen.
 

Dienstencheques worden netto veel duurder.

Vennootschapsbelasting: cumul subsidies en investeringsaftrek

Onder impuls van Europese regelgeving geldt al voor verschillende Vlaamse subsidies een cumulverbod met andere voordelen, zoals bijvoorbeeld de (federale) investeringsaftrek. 

In het regeerakkoord lezen we dat de Vlaamse regering actief pleit “voor het herstel van een ‘gelijk speelveld’ op Europees niveau van de staatssteunregels” en streeft “naar een stabiel en minimalistisch staatssteunkader dat de integriteit van de interne markt waarborgt”. We verwachten dat dat nog meer subsidies aan een dergelijk cumulverbod onderworpen zullen worden.

Onroerende voorheffing: geen gunstregimes meer voor gunstig E-peil

Door alsmaar strengere regelgeving wordt bij de meeste verbouwingen nu voldaan aan de strengste energienormen, waardoor de Vlaamse regering het niet langer nuttig vindt om het behalen van de normen aan te moedigen. Deze strengere regelgeving heeft er natuurlijk ook toe bijgedragen dat de budgettaire impact van deze gunstregimes steeds groter werd, wat deze beslissing wellicht vereenvoudigde.

Belasting op spelen en weddenschappen: harmonisering en verhoging

In eerste instantie verwachten we vooral een focus op de harmonisering van de tarieven van de belasting op spelen en weddenschappen, in combinatie met meer controles op illegale kansspelen.

De Vlaamse regering wil ook deze belasting verhogen, maar slechts als ook de andere gewesten daarmee akkoord gaan. Zonder hun akkoord kan deze belasting immers eenvoudig ontweken worden door servers te verhuizen naar een ander gewest. In de praktijk is deze verhoging hierdoor zeer onzeker, aangezien de MR (als grootste partij van zowel de Waalse als de toekomstige Brusselse regering) geen voorstander is van dergelijke belastingverhoging.

Btw: pleidooi voor behoud en uitbreiding 6%-tarief bij sloop en wederopbouw

Hoewel de btw een zuiver federale bevoegdheid is, komt toch ook deze belasting ter sprake. De Vlaamse regering vraagt immers aan de (toekomstige) federale regering om een veralgemeend btw-tarief van 6% bij de sloop en wederopbouw in te voeren. 

Hoewel deze passage van het regeerakkoord weinig waarde heeft (bij gebrek aan bevoegdheid), is dit toch opmerkelijk. In de zogenaamde “Nota De Wever” voor de federale formatie was immers sprake van een btw-tarief van 9%. Wordt ongetwijfeld vervolgd…

De essentie:

  • Eind september 2024 legde de nieuwe Vlaamse regering de eed af.
  • Door de beperkte fiscale bevoegdheden van deze regering blijft het wachten op een federale regering om een volledige kijk te krijgen op de geplande wijzigingen in fiscaliteit.
  • De erfbelasting wordt hervormd en verlaagd, de overdracht van familiale ondernemingen en het gebruik van private stichtingen worden wellicht aan strengere regels onderworpen.
  • De registratierechten voor de aankoop van een enige en eigen woning dalen, maar het tarief voor beroepsverkopers stijgt.
  • In de verkeersfiscaliteit zullen nulemissievoertuigen niet langer kunnen genieten van een vrijstelling van de verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling.
  • In de personenbelasting verdwijnt het belastingvoordeel voor dienstencheques.

Auteur

Jean-Marcel Steenhout, Tax Manager
jm.steenhout@bakertilly.be