IFRS versus Belgian GAAP bij de waardering van een vennootschap

Vakartikels

Bij het waarderen van een vennootschap vertrekt men meestal van de boekhoudkundige gegevens van de vennootschap. De meeste KMO bedrijfsleiders staan er niet bij stil dat er verschillende boekhoudkundige referentiestelsels bestaan.

bakermat-29-p7 bundels mappen

De Belgische boekhoudregels, die vaak fiscaal geïnspireerd zijn, verschillen op vele vlakken van de internationale boekhoudregels (IFRS). Deze laatste sluiten nauwer aan bij de bedrijfseconomische realiteit, vandaar dat kopers van KMO’s meer en meer onder IFRS redeneren. Dit kan leiden tot misverstanden tussen de verkopende KMO bedrijfsleider en de kandidaat koper.

Het toepassen van verschillende boekhoudregels kan leiden tot misverstanden m.b.t. de waarde tussen de verkopende KMO bedrijfsleider en de kandidaat koper

Een voorbeeld ter verduidelijking:

Eén van de verschillen tussen BE GAAP en IFRS is de boekhoudkundige verwerking van lease- en huurcontracten. Conform de Belgische boekhoudwetgeving (BE GAAP) kunnen lease contracten zowel op de balans (actief tegenover schuld) als in de resultatenrekening (als periodieke kost) geboekt worden. IFRS 16 (in voege sinds 01/01/2019) bepaalt dat alle lease- en huurcontracten tot uitdrukking moeten gebracht worden op de balans.

Een vennootschap die een volledig machinepark huurt zal dus een andere balans en resultatenrekening hebben naargelang de boekhoudregels die ze toepast. In BE GAAP zal het balanstotaal lager zijn (want er staat geen actief en schuld op de balans) en zal de EBITDA (bedrijfswinst voor belastingen + interestlasten + alle niet kaskosten, zoals afschrijvingen en waardeverminderingen) lager zijn als gevolg van de boekhoudkundige registratie van de periodieke huurfactuur. In IFRS zal
het balanstotaal hoger zijn en zal de EBITDA hoger zijn want in plaats van de huurkost zijn er o.m. afschrijvingen die buiten de EBITDA vallen.

Eén van de mogelijke benaderingen om de ondernemingswaarde van een vennootschap te bepalen is:
Ondernemingswaarde = EBITDA * multiple. De bepaling van de multiple wordt in deze bijdrage niet verder besproken. Om de waarde van de aandelen te bekomen wordt de netto schuldpositie nog afgetrokken van de ondernemingswaarde. De netto schuldpositie = schulden - overtollige liquiditeiten.

Waarde aandelen = ondernemingswaarde + overtollige liquiditeiten - schulden.

  IFRS  BE GAAP 
winst voor belastingen 130.000,00 132.214,64
afschrijvingen 70.000,00 51.595,16
interestlasten 5.000,00 1.190,20
EBITDA 205.000,00 185.000,00
EBITDA multiple 4,00 4,00
ondernemingswaarde 820.000,00 740.000,00
overtollige liquiditeiten 80.000,00 80.000,00
schulden - 164.238,86 - 70.000,00
aandelenwaarde 735.761,14 750.000,00

Om de impact van het verschil te verduidelijken volgt hierna een vereenvoudigd voorbeeld (tabel) met operationele leasing (alle andere financieringen hebben we voor de eenvoud weggelaten). Bedrijf A is een Belgische KMO, die haar boekhouding voert onder Belgian GAAP. De kandidaat overnemer is een internationaal bedrijf dat rapporteert onder IFRS en wenst de Belgische KMO dan ook op basis van IFRS-rapportering te waarderen. Bedrijf A heeft recent zijn wagenpark volledig vernieuwd en heeft hiervoor operationele huurcontracten aangegaan.

De ondernemingswaarde is gebaseerd op de EBITDA-multiple methode. Om tot deze EBITDA te komen zien we dat de afschrijvingen en interestlasten verschillen tussen beide voorstellingen. Dit komt omdat onder BE GAAP de huurkosten als operationele kosten gezien worden (en dus de EBITDA verlagen). Onder IFRS worden deze activa opgenomen op de balans en wordt anderzijds een schuld geboekt (die onder BE GAAP een buitenbalans verplichting is). Onder IFRS bekomen we een lagere aandelenwaarde. Dit verschil komt extra tot uiting door de multiple die wordt toegepast.

Desgevallend zullen bijkomende normalisaties nodig zijn

Voor hetzelfde bedrijf komen we dus, bij de eenvoudige toepassing van het berekeningsmodel, tot een verschillende ondernemingswaarde én aandelenwaarde die afhankelijk is van het boekhoudkundig referentiestelstel dat wordt gebruikt. Dat is uiteraard niet logisch, maar leidt regelmatig tot discussies over de waardering tussen koper en verkoper. Een voorzichtige ondernemer die zijn bedrijf wil overlaten aan een kandidaat koper die onder IFRS wil waarderen, onderzoekt dus best de impact hiervan vooraleer in te stemmen met deze waarderingsmethode.

Voor meer informatie kan u zich wenden tot uw dossierbeheerder of Christel De Blander,  Partner / Bedrijfsrevisor van de Audit afdeling.