Investeren, ook (en vooral) in tijden van corona

Vakartikels

De laatste maanden ging (terecht) veel aandacht naar ondersteunende coronamaatregelen voor de liquiditeit en de solvabiliteit van bedrijven en vennootschappen. Ook de politiek deed op dit vlak haar spreekwoordelijke duit in het zakje door de lancering van allerlei (para)fiscale maatregelen. In het kader van de economische relance mogen we echter niet vergeten om de nodige investeringen te doen die bedrijven moeten klaarstomen voor het post-COVID-19-tijdperk. Een aantal maatregelen maken investeren op dit moment zeer aantrekkelijk. 

Meer dan ooit stimuleert de overheid investeringen via een aantal fiscale gunstmaatregelen. In dit artikel bekijken we een paar van deze maatregelen.

Kmo-investeringsaftrek

Sinds enkele jaren geldt voor ‘kleine’ vennootschappen een algemene eenmalige investeringsaftrek, en dit voor alle bedrijfsinvesteringen, op enkele klassieke uitzonderingen na. Met deze aftrek kunt u als ondernemer uw belastbare winst doen dalen ten belope van een bepaald percentage van de investeringswaarde van nieuwe vaste activa. Als gevolg van het Zomerakkoord van 2017 werd het tarief opgetrokken van 8% naar 20% voor investeringen tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019. In 2020 zakte dit tarief weer naar 8%, tot het moment dat het COVID-19-virus opdook.

In het kader van de relancemaatregelen die de vorige volmachtenregering deze zomer lanceerde, steeg het tarief terug van 8% naar 25%, en dit voor investeringen verricht tussen 12 maart 2020 en 31 december 2020. De nieuwe regering De Croo I kondigde in haar formatienota aan om dit tarief verder aan te houden voor twee extra jaren, dus voor 2021 en 2022. Dit betekent dat kleine vennootschappen en eenmanszaken in de periode tussen 12 maart 2020 en 31 december 2022 niet minder dan één vierde van de investeringswaarde van nieuwe (materiële of immateriële) vaste activa in mindering kunnen brengen van hun belastbare basis. 

Mogelijk kan u 25% van de investering fiscaal inbrengen

Als de aftrek niet in één keer uitgevoerd kan worden bij gebrek aan voldoende belastbare basis, dan kan men het saldo overdragen naar het volgende boekjaar. Het is trouwens niet onmogelijk dat de regering deze overdrachtsperiode opnieuw verlengt, zoals zij trouwens reeds deed voor de investeringen van kalenderjaar 2019, waarvoor de overdrachtsperiode met één boekjaar werd verlengd (dus tot en met het tweede boekjaar na 2019).

Investeringsaftrek voor specifieke investeringen

Naast de normale eenmalige investeringsaftrek voor kleine vennootschappen zijn er verhoogde tarieven voor investeringen in specifieke vaste activa. De lijst is lang, met onder andere investeringen in onderzoek & ontwikkeling, octrooien, vaste activa voor een rationeler energieverbruik of de verbetering van energetische processen, digitale vaste activa voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en facturatiesystemen en voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie, investeringen voor de beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen, enzovoort.  Waar de kleine vennootschappen en eenmanszaken ook voor deze investeringen het verhoogde tarief van 25% kunnen hanteren (weliswaar met de nuance dat de overdrachtsperiode beperkt blijft tot het eerstvolgende boekjaar), kunnen ‘grote’ vennootschappen een tarief van 13,5% toepassen, met de kanttekening dat ze uitgesloten zijn van investeringsaftrek voor digitale en beveiligingsinvesteringen.

Mobilisatie van vrijgestelde reserves

Vennootschappen kunnen in de aanslagjaren 2021 en 2022 een aantal vrijgestelde reserves terugnemen en deze omvormen tot belaste reserves tegen een verlaagd belastingtarief van 15%. Het gaat onder meer om vrijgestelde investeringsreserves, vrijgestelde reserves van maatwerkbedrijven en reserves afkomstig uit kosten die voor 120% aftrekbaar zijn, zoals kosten van elektrische wagens, kosten van fietsen en speed pedelecs voor woon-werkverkeer en beveiligingskosten.

Het belastingtarief zakt echter verder naar 10% als het opgenomen bedrag geïnvesteerd wordt in afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa, andere dan personenwagens en wagens voor dubbel gebruik (met inbegrip van lichte vrachtwagens). Bovendien mogen de betrokken activa niet reeds als herbelegging worden aangemerkt voor andere fiscale maatregelen. Hoewel de belastbare grondslag van de 10%-heffing zelf niet verminderd mag worden met de investeringsaftrek, zou deze aftrek wel mogelijk moeten zijn op andere winstbestanddelen van het boekjaar.

Tax shelter voor kmo’s met gedaalde omzet

Een van de opvallende relancemaatregelen van de volmachtenregering was de introductie van een tijdelijk tax shelter systeem voor ‘kleine’ vennootschappen, waarvan de omzet tussen 14 maart 2020 en 30 april 2020 met minstens 30% daalde ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Management- en vastgoedvennootschappen en ondernemingen in moeilijkheden komen niet in aanmerking, evenmin als vennootschappen die vastgoed of zakelijke rechten (bijvoorbeeld een vruchtgebruik) houden waarvan de bedrijfsleider het gebruik heeft. De leeftijd van de vennootschap speelt geen rol.

Particulieren die tussen 14 maart 2020 en 31 december 2020 een inbreng van cash doen in dergelijke vennootschappen, kunnen een belastingvermindering genieten van 20% in de personenbelasting. Ook de bedrijfsleider zelf van de vennootschap komt hiervoor in aanmerking. Per vennootschap mag er via deze tax shelter niet meer dan 250.000 EUR opgehaald worden. Elke investeerder mag maximaal 100.000 EUR investeren. De ingebrachte sommen (die uiterlijk op 31 december 2020 volstort moeten zijn) kunnen vrij aangewend worden in de betrokken vennootschap voor investeringen in materiële of immateriële vaste activa of andere projecten. Ook hier is een combinatie met de investeringsaftrek mogelijk. Er geldt echter een verbod om de ingebrachte gelden aan te wenden voor dividenduitkeringen (inclusief liquidatiereserves), kapitaalverminderingen of andere verminderingen of verdelingen van het eigen vermogen, alsook voor de aankoop van aandelen of het verstrekken van leningen.

Inbreng van cash kan recht geven op een belastingvermindering van 20%

Als besluit kunnen we stellen dat investeringen fiscaal meer dan ooit aangemoedigd worden. Bedrijven met investeringsplannen hebben er dan ook alle belang bij om deze plannen zo snel mogelijk uit te voeren om op die manier maximaal te genieten van een fiscaal duwtje in de rug.

Meer weten?

Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Marc De Munter, Tax Partner, of uw dossierverantwoordelijke.
Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.