Sinds 1 december 2019 verplicht afronden naar 0 of 5 cent bij cashbetalingen

Vakartikels

In België biedt de wetgever sinds oktober 2014 ondernemingen vrijblijvend de mogelijkheid om bij cashbetalingen het totaalbedrag van het kasticket van hun klanten af te ronden naar het dichtste veelvoud van 5 eurocent als aan de wettelijk bepaalde voorwaarden voldaan is. Vanaf 1 december 2019 wijzigt dit principe en wordt de ‘mogelijkheid’ een ‘verplichting’ voor contante betalingen. 

Wat verandert er precies?

Vanaf 1 december 2019 is de afronding verplicht voor alle contante betalingen of voor het deel van de aankopen dat klanten contant betalen bij een ‘gemengde’ betaling (bijvoorbeeld een deel cash en een deel met de kaart). Alleen bankbiljetten en munten worden hierbij als cashgeld beschouwd.

Bij een cashbetaling moeten ondernemingen vanaf 1 december 2019 verplicht het eindbedrag op het kasticket afronden naar het dichtste veelvoud van 5 eurocent. Het Wetboek Economisch Recht verduidelijkt dat dit enkel geldt wanneer:

  • het totaal te betalen bedrag hoger is dan vijf cent;
  • de betaling gebeurt in de fysieke aanwezigheid van de consument

U bent als ondernemer dus niet verplicht om af te ronden naar het dichtste veelvoud van 5 eurocent bij een verkoop op afstand (bijvoorbeeld shoppen via internet). 
Aansluitend verplicht de wet ondernemingen ook om op het kassaticket of het bewijsdocument zowel het totale te betalen bedrag als het afgeronde bedrag duidelijk weer te geven. 

Wie moet afronden?

De afrondingsregels gelden enkel bij een verkoop van een onderneming aan een consument (particuliere klant). De verkoop van een particulier aan een particulier en de verkoop tussen ondernemingen onderling vallen dus niet onder de afrondingsregels. 

De verplichting tot afronding geldt weliswaar voor alle ondernemingen, zoals gedefinieerd in boek VI van het Wetboek van Economisch Recht: “iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen”.  

Hoe rondt u bedragen correct af?

De afronding gebeurt als volgt:

  • 1 en 2 cent worden verlaagd naar 0 cent (voorbeeld: € 12,92 wordt € 12,90)
  • 3 en 4 cent worden verhoogd tot 5 cent (voorbeeld: € 12,93 wordt € 12,95)
  • 6 en 7 cent worden verlaagd naar 5 cent (voorbeeld: € 12,97 wordt € 12,95)
  • 8 en 9 cent worden verhoogd naar 10 cent (voorbeeld: € 12,98 wordt € 13,00)

Wanneer afronden en wanneer niet?

Belangrijk is dat het afronden gebeurt op het totaalbedrag van alle aankopen die de consument cash betaalt. Het is dus niet zo dat de prijs van elk afzonderlijk artikel wordt afgerond. 

Wat met andere betaalmethoden?

Ondernemingen mogen aankoopbedragen ook afronden als hun klant een ander betaalmiddel gebruikt (zoals bijvoorbeeld betaling met de kaart of met de smartphone). 

Als u als ondernemer ervoor kiest om het afronden uit te breiden naar andere betalingswijzen, dan moet u dit wel consequent toepassen op alle andere betaalmiddelen die u aanvaardt. Bovendien moet u uw klanten hierover duidelijk informeren. De wetgever verduidelijkt dat u in dat geval de volgende tekst duidelijk moet afficheren in de onmiddellijke omgeving van de plaats waar de consument betaalt: “Het totaalbedrag wordt altijd afgerond”.

Betalingen met maaltijdcheques, ecocheques of waardebonnen mogen dan weer niet worden afgerond, zelfs niet als de onderneming ervoor koos om altijd af te ronden.

Verdwijnen de muntjes van 1 en 2 cent?

De productie van muntstukken van 1 en 2 cent is erg duur. De overheid stelde ook vast dat deze muntstukken weinig gebruikt worden. Door de verplichting om cashbetalingen af te ronden wil de Belgische overheid het aantal muntstukken van 1 en 2 cent in ons land verminderen. Bovendien moet zij op die manier geen nieuwe stukken van 1 en 2 eurocent meer produceren. 

Dit betekent echter niet dat de muntstukken van 1 en 2 cent worden afgeschaft. De munten die nu in omloop zijn, blijven in omloop.

Dit betekent echter niet dat de muntstukken van 1 en 2 cent worden afgeschaft. De munten die nu in omloop zijn, blijven in omloop. Deze munten blijven dus een legaal betaalmiddel. U zal dan ook niet mogen weigeren dat een consument met deze muntstukken betaalt. Ondernemers zijn echter niet verplicht om meer dan 50 muntstukken te aanvaarden voor één betaling. Omgekeerd betekent dit uiteraard ook dat consumenten niet kunnen weigeren dat ondernemingen hen muntstukken van 1 en 2 cent teruggeven.

Meer weten? 

Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Sander Claeys, Legal Counsel, of uw dossierverantwoordelijke.

Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.