Standpunten over fiscale assistentie en huisvestingskost inzake het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden (expatstatuut)

Vakartikels

De minister van Financiën bevestigt twee standpunten in het kader van het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden: zowel de terugbetaling door de werkgever van de tijdelijke huisvestingskosten bij een termijn van meer dan drie maanden, als het dragen van kosten die gepaard gaan met de voorbereiding, invulling en opvolging van de Belgische belastingaangifte, moeten worden beschouwd als een voordeel van alle aard in hoofde van het buitenlandse kaderlid.

Naar aanleiding van een parlementaire vraag heeft de minister van Financiën twee nieuwe standpunten ingenomen met betrekking tot kosten eigen aan de werkgever, zoals beschreven in de circulaire van 8 augustus 1983 die handelt over het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden (het zogenaamde expatstatuut). 

Het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden stelt dat bepaalde terugbetalingen door de werkgever ‘kosten eigen aan de werkgever’ zijn en bijgevolg niet belastbaar zijn in hoofde van de expat. Het gaat hierbij enerzijds om de eenmalige kosten voor een verhuizing naar België, de inrichting van de woning in België en de verhuizing van België naar het buitenland, en anderzijds om regelmatig weerkerende kosten, geplafonneerd tot 11.250 EUR of 29.750 EUR afhankelijk van de functie die het buitenlands kaderlid bekleedt. 

In de praktijk aanvaardt de fiscus dat de terugbetaling door de werkgever van de tijdelijke huisvestingskosten - in afwachting dat het buitenlandse kaderlid een gepaste woning vindt - ook beschouwd wordt als een terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever die voortvloeien uit de verhuizing naar België. 

Als antwoord op een parlementaire vraag heeft de minister van Financiën het standpunt ingenomen dat de terugbetaling van de huisvestingskosten of de terbeschikkingstelling van een appartement of woning voor een periode van meer dan drie maanden als een voordeel van alle aard geldt. Als gevolg hiervan wordt, als een termijn van drie maanden overschreden wordt, de terugbetaling van die kosten belastbaar in hoofde van het buitenlandse kaderlid. Hiermee wordt het ‘tijdelijke’ karakter duidelijk gedefinieerd, met name drie maanden. 

Daarnaast neemt de minister van Financiën een tweede standpunt in, dat bepaalt dat de uitgaven met betrekking tot de voorbereiding, invulling en opvolging van de Belgische belastingaangifte niet als kosten eigen aan de werkgever kunnen worden beschouwd. Dergelijke uitgaven zijn van persoonlijke aard en worden bijgevolg volgens hun werkelijke waarde als een voordeel van alle aard bij het buitenlandse kaderlid aangemerkt. 

Deze twee nieuwe standpunten hebben zonder twijfel belangrijke gevolgen voor werkgevers die buitenlandse kaderleden tijdelijk in België tewerkstellen. 

Meer weten?

Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Audrey De Bevere, Senior Tax Manager, Yves Coppens, Individual Tax Partner of uw dossierverantwoordelijke.
Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek