Vrijstelling voor sociaal passief als gedeeltelijke compensatie voor verhoogde kost eenheidsstatuut

Vakartikels

De invoering van het eenheidsstatuut zorgde voor een verhoging van de ontslagkosten van bepaalde categorieën van werknemer.  Om dit gedeeltelijk te compenseren, werd tegelijkertijd een fiscale vrijstelling ingevoerd in hoofde van de werkgever. Deze vrijstelling wordt berekend op basis van het brutoloon van alle werknemers die minstens 5 jaar anciënniteit hebben opgebouwd bij dezelfde werkgever binnen het eenheidsstatuut.

De overheid levert via de fiscaliteit een bijdrage in de bijkomende kost die het eenheidsstatuut meebrengt voor de werkgever.

Via de fiscale vrijstelling voor sociaal passief levert de overheid aldus een bijdrage in de bijkomende kost die het eenheidsstatuut meebrengt voor de werkgever.Al blijkt deze vrijstelling voorbehouden voor werkgevers die enig rekenwerk niet schuwen…

De invoering van het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden door de wet van 26 december 2013(1), kwam er nadat het Grondwettelijk Hof een schending van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel zag in de regels van het arbeidsrecht. Zo waren naargelang een werknemer als arbeider dan wel als bediende werd gekwalificeerd, verschillende regels van toepassing voor het bepalen van opzeggingstermijnen en carenzdag bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval. Het eenheidsstatuut moet de ongelijkheid op dit vlak wegwerken vanaf 1 januari 2014, en is derhalve een eerste stap in de goede richting, maar verhoogde de kost voor de werkgever bij ontslag van bepaalde categorieën van werknemers, meer bepaald wat betreft arbeiders.
(1) Voluit: Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen.

Om deze hogere ontslagkost gedeeltelijk te compenseren, werd samen met het eenheidsstatuut ook een fiscale vrijstelling voor “sociaal passief” in het leven geroepen. Deze vrijstelling laat werkgevers toe om een deel van hun winst of baten vrij te stellen van belasting.  Het vrijgestelde deel wordt bepaald als volgt:

Per werknemer die minstens 5 jaar anciënniteit in het eenheidsstatuut heeft bereikt, heeft de werkgever recht op een fiscale vrijstelling gelijk aan het brutoloon van drie weken. Voor elke werknemer die 20 jaar anciënniteit zal hebben in het eenheidsstatuut, zal de werkgever jaarlijks nog recht hebben op een fiscale vrijstelling ten belope van het brutoloon van 1 week.

Impact

Het eenheidsstatuut trad in werking op 1 januari 2014.  Rekening houdend met de vereiste 5 jaar anciënniteit kan deze vrijstelling in praktijk dus voor de eerste keer worden toegepast vanaf het belastbaar tijdperk 2019 (aanslagjaar 2020 voor vennootschappen die per kalenderjaar boekhouden).

Aangezien het een fiscale vrijstelling betreft, zal de vrijstelling (gedeeltelijk) verloren gaan in de jaren waarin de werkgever onvoldoende belastbare winst of baten heeft. 

Enerzijds toonde de wetgever zich vrijgevig door de brede berekeningsbasis voor de fiscale vrijstelling: Elke werknemer voor wie de anciënniteitsvoorwaarde is voldaan, geeft namelijk recht op een fiscale vrijstelling berekend op een deel van het loon, 

  • ongeacht of deze werknemer reeds vóór de invoering van het eenheidsstatuut in dienst was of pas vanaf 1 januari 2014 in dienst trad;
  • ongeacht of de ontslagkost voor de werknemer steeg ten gevolge van de invoering van het eenheidsstatuut.

Anderzijds werd de budgettaire impact beperkt door:

  • bij koninklijk besluit het brutoloon dat dient als basis voor de berekening van de fiscale vrijstelling, te plafonneren op 1.500 euro verhoogd met 30% van het gedeelte van het bruto maandloon tussen 1.500 euro en 2.600 euro.  Het gedeelte van het bruto maandloon dat hoger is dan 2.600 euro geeft geen recht op een bijkomende vrijstelling.  Op de ministerraad van 8 februari laatsleden werden deze bedragen bekrachtigd. Voormelde bedragen zullen jaarlijks worden geïndexeerd. 
  • de opname van de fiscale vrijstelling te spreiden over 5 opeenvolgende jaren.  Derhalve is 20% van de fiscale vrijstelling opneembaar in het eerste jaar, de overige 80% kan in de volgende 4 jaar telkens voor 20% worden opgenomen.

Praktisch

Een werknemer die op 1 januari 2014 of vroeger in dienst kwam, heeft in 2019 de 5 jaar anciënniteit bereikt. Zijn werkgever heeft voor het jaar 2019 recht op een fiscale vrijstelling gelijk aan 3 weken bruto maandloon (maandloon geplafonneerd volgens de regels van het KB).  De vrijstelling wordt gespreid over 5 jaar opgenomen voor 20% per jaar gedurende de periode 2019 tot 2023.  Voor 2020 mag voor deze werknemer opnieuw een vrijstelling genomen worden van 3 weken bruto maandloon, gespreid over 5 jaar, dus 20% per jaar voor de periode 2020 tot 2024. 

Terugname van de vrijstelling

Wanneer de werknemer op wiens loon de vrijstelling werd berekend, het bedrijf om gelijk welke reden verlaat, moet het volledige vrijgestelde bedrag terug aan de winsten of baten worden toegevoegd.  Ingeval van ontslag van de betrokken werknemer, zal de impact van de terugname van de vrijstelling worden verminderd door de kost van de opzeggingsvergoeding.

Formaliteiten

Aan de fiscale vrijstelling voor sociaal passief zijn een aantal formaliteiten verbonden. Zo moet de werkgever die de vrijstelling wil toepassen, een nominatieve lijst van tewerkgestelde werknemers aan de administratie kunnen voorleggen, met voor elke werknemer:

  • de volledige identiteit;
  • datum van indiensttreding;
  • opgebouwde anciënniteit in het eenheidsstatuut;
  • betaalde/toegekende bruto belastbare bezoldigingen, inclusief de sociale werknemersbijdragen;

Besluitend kan gesteld worden dat de fiscale vrijstelling voor sociaal passief jaarlijks in een belangrijk bedrag kan resulteren voor ondernemingen met een hoog aantal arbeiders in hun werknemerspopulatie. Al werd het eerste enthousiasme intussen getemperd door het effect van de spreiding van de jaarlijkse vrijstelling over 5 jaar alsook het vele rekenwerk dat ondernemingen moeten trotseren willen ze beroep doen op de fiscale gunsten van de overheid.

Voor meer informatie kan u zich wenden tot uw dossierbeheerder of tot Tanja De Decker, Tax Partner van onze Consultancy afdeling.