Btw-herzieningstermijn voor grote verbouwingen: is het nu vijf of vijftien jaar?
In een recent arrest bevestigt het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de btw-herzieningstermijn van vijftien jaar van toepassing kan zijn op aanzienlijke uitbreidings- en/of verbouwingswerkzaamheden van een gebouw (zaak C-243/23 van 12 september 2024, Drebers).
Deze uitspraak kan het traditionele standpunt van de Belgische btw-administratie – waarbij renovatiewerkzaamheden in principe aan de vijfjarige btw-herzieningstermijn zijn onderworpen – drastisch doen wijzigen. Of dit een goede zaak is voor de belastingplichtige, valt nog af te wachten.
Context
Bij de aanschaf van bedrijfsmiddelen is de verschuldigde btw in principe onmiddellijk aftrekbaar volgens de aftrekmogelijkheden die van toepassing zijn op de betreffende belastingplichtige. Een onderneming met volledig recht op btw-aftrek kan deze btw dus meteen en volledig recupereren. Aangezien bedrijfsmiddelen een zekere bestaansduur hebben, is deze aftrek echter voorlopig. Als zich na verloop van tijd wijzigingen zouden voordoen met een (positieve of negatieve) impact op het recht op aftrek, dan moet deze in aftrek gebrachte btw achteraf worden herzien.
De Belgische btw-wetgeving kent drie verschillende herzieningstermijnen voor bedrijfsmiddelen. De standaardherzieningstermijn bedraagt vijf jaar. Voor onroerende investeringsgoederen zoals gebouwen bedraagt deze herzieningstermijn vijftien jaar. Bij de optionele belastbare verhuur van gebouwen loopt de herzieningstermijn zelfs op tot vijfentwintig jaar.
In principe vallen in België de meeste verbouwingswerkzaamheden onder de vijfjarige herzieningstermijn. Wanneer de uitgevoerde werken echter zo ingrijpend zijn dat er voor btw-doeleinden sprake is van een vernieuwbouw, dan geldt een verlengde herzieningstermijn van vijftien jaar.
De zaak Drebers
Tussen 2007 en 2015 verrichtte een advocatenkantoor belangrijke werkzaamheden aan een bestaand gebouw dat zowel privé als professioneel wordt gebruikt. Het ging hierbij onder andere om de aanleg van een archiefruimte in de kelder, een nieuw glazen bijgebouw met kantoren en een liftkoker, een gedeeltelijke ontmanteling van het gebouw, het aanbrengen van nieuwe isolatie en bekleding, de vervanging van leidingen en aansluitingen voor gas, water en elektriciteit, het opnieuw optrekken van muren, het leggen van vloeren en aanbrengen van plafonds, aanpassingen van het dak, het plaatsen van nieuwe dakkapellen en de aanleg van twee dakterrassen.
Op 1 januari 2014 werd de btw-vrijstelling voor advocaten opgeheven. Hierdoor werd het advocatenkantoor plotsklaps btw-plichtig, waardoor in het verleden opgelopen btw alsnog gerecupereerd kon worden. Het advocatenkantoor ging hierbij uit van de btw-herzieningstermijn van vijftien jaar voor deze werkzaamheden, waardoor het een deel van de aangerekende btw op deze werken kon terugvorderen.
Dit was echter zonder de Belgische btw-administratie gerekend. Zij nam het standpunt in dat de uitgevoerde werkzaamheden niet hadden geleid tot het ontstaan van een ‘nieuw’ gebouw voor btw-doeleinden. Bijgevolg ging de administratie ervan uit dat de standaard herzieningstermijn van vijf jaar van toepassing was.
Uiteindelijk belandde de zaak bij het hof van beroep te Gent. Het advocatenkantoor wees het hof erop dat de Belgische regeling mogelijk in strijd is met de btw-richtlijn. Voldoende reden voor het hof van beroep om uiteindelijk twee prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Samengevat wenste men te weten te komen of de vijftienjarige herzieningstermijn ook van toepassing is op grondige renovatiewerkzaamheden, ook al kwalificeert het gebouw na de werkzaamheden niet als ‘nieuw’ voor btw-doeleinden.
Het feit of een gebouw voor btw-doeleinden na uitgevoerde werken als ‘nieuw’ kwalificeert, is niet bepalend voor de vaststelling van de herzieningstermijn.
Kunnen renovatiewerkzaamheden vallen onder de vijftienjarige btw-herzieningstermijn?
De Europese btw-richtlijn voorziet een standaard btw-herzieningstermijn van vijf jaar, en geeft de lidstaten de mogelijkheid om deze termijn tot maximaal twintig jaar te verlengen voor ‘onroerende investeringsgoederen’. België past een vijftienjarige btw-herzieningstermijn toe.
Renovatiewerkzaamheden werden in deze zaak door de Belgische fiscus bekeken als ‘diensten’, die normaliter onder de vijfjarige btw-herzieningstermijn vallen. De btw-richtlijn laat de lidstaten echter toe om bepaalde diensten als ‘onroerende investeringsgoederen’ te beschouwen.
De rechters oordelen dat in deze zaak de bouwwerkzaamheden aan de bestaande woning – gelet op de omvang – dezelfde economische levensduur hebben als een nieuw gebouw. Om het fiscaal neutraliteitsbeginsel te handhaven, oordeelt het hof dat de herzieningstermijn voor diensten die een aanzienlijke uitbreiding en/of een grondige renovatie van een gebouw tot gevolg hebben, niet mag afwijken van de btw-herzieningstermijn die van toepassing is op ‘onroerende investeringsgoederen’.
Het hof concludeert dat het feit of een gebouw voor btw-doeleinden na de uitgevoerde werken als een ‘nieuw’ gebouw kwalificeert, niet relevant is voor het vaststellen van de herzieningstermijn.
Ten slotte concluderen de rechters dat, als de fiscus ten onrechte dergelijke ingrijpende werkzaamheden niet als onroerende investeringsgoederen beschouwt, de btw-plichtige zich voor de rechter rechtstreeks op de btw-richtlijn kan beroepen om de betreffende werkzaamheden als onroerende investeringsgoederen te beschouwen waarop de verlengde herzieningsperiode van vijftien jaar van toepassing is.
We merken hierbij op dat in de praktijk de belastingplichtige er vaker belang bij heeft dat de herzieningstermijn slechts vijf jaar bedraagt. Enkel bij de mogelijkheid tot historische btw-aftrek (wegens een wijziging van het btw-statuut) kan de toepassing van de vijftienjarige btw-herzieningstermijn voordelig zijn.
Belastingplichtigen hebben er vaker belang bij dat de herzieningstermijn slechts vijf jaar bedraagt. Enkel bij de mogelijkheid tot historische btw-aftrek is de toepassing van de vijftienjarige herzieningstermijn voordelig.
Wat brengt de toekomst in België?
Het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft verstrekkende gevolgen voor de Belgische btw-wetgeving. Deze uitspraak stelt immers dat renovatiewerkzaamheden met een vergelijkbare economische impact als nieuwbouw in aanmerking moeten komen voor de verlengde herzieningstermijn van vijftien jaar. Als gevolg hiervan is de Belgische regelgeving, waarbij de verlengde herzieningstermijn enkel geldt voor nieuwbouw, in strijd met de Europese richtlijn.
Laat uw onderneming werken uitvoeren aan een gebouw dat hierdoor niet ‘nieuw’ wordt voor btw? Dan hebt u er voorlopig alle belang bij dat de vijfjarige herzieningstermijn van toepassing blijft. Zolang de Belgische wetgever de eigen regelgeving niet heeft aangepast, kan zij hier zelf niet van afwijken.
Hebt u anderzijds te maken met historische btw-aftrek, dan kan het handig zijn gebruik te maken van de vijftienjarige herzieningstermijn. Het huidige arrest en de directe werking van de Europese richtlijn maken dit mogelijk.
Auteurs
Wim De Pelsmaeker, VAT Partner
w.depelsmaeker@bakertilly.be
Stijn Mertens, VAT Manager
s.mertens@bakertilly.be