Coronaverliezen in 2020 ten laste leggen van boekjaar 2019 en belastingvrije reserve voor een bedrag gelijk aan de coronaverliezen van 2020

Vakartikels

De Ministerraad keurde recent een voorontwerp van wet goed met relancemaatregelen ten gevolge van de coronacrisis. Hierbij horen twee belangrijke fiscale relancemaatregelen.

Door de zware economische en financiële gevolgen van de coronacrisis voor het Belgische bedrijfsleven zet de regering-Wilmès een aantal relancemaatregelen op de rails. Hierbij springen twee zeer belangrijke fiscale maatregelen ter ondersteuning van de solvabiliteit van ondernemingen in het oog. Hoewel er nog geen concrete wetteksten circuleren, vatten we hierna de inhoud ervan samen.

Fiscale loss carry-back

Als eerste maatregel geldt dat de geraamde fiscale verliezen als gevolg van de coronacrisis afgezet kunnen worden tegen de fiscale winsten van vorig boekjaar (2019). In dit kader zouden vennootschappen in de – meestal nog in te dienen – belastingaangifte voor vorig boekjaar (eindigend tussen 13 maart 2019 en 12 maart 2020) een (tijdelijke) vrijstelling kunnen vragen voor een Covid-19 reserve gebaseerd op een raming van de verliezen van het lopend boekjaar 2020.

“In de aangifte voor boekjaar 2019 zou een vrijgestelde Covid-19-reserve aangelegd kunnen worden met een mogelijke verrekening van coronaverliezen in 2020”

Dit heeft tot gevolg dat de belastbare basis voor boekjaar 2019 daalt en dat men een overschot aan voorafbetalingen kan recupereren of belastingsupplementen kan vermijden. In boekjaar 2020 zou die vrijgestelde reserve dan teruggenomen worden, maar afgezet kunnen worden tegen het fiscaal verlies ten gevolge van de coronacrisis. Aan deze procedure zullen wel enkele voorwaarden gekoppeld zijn. Zo mag de reserve het fiscaal resultaat van vorig boekjaar niet overschrijden, met bovendien een maximum van 20 miljoen EUR. Bovendien zou de maatregel niet gelden voor vennootschappen die dividend- of andere uitkeringen of kapitaalverminderingen doen. Voor eenmanszaken en vrije beroepers zou in de personenbelasting een gelijkaardige maatregel van vervroegde verliesaftrek opgenomen worden. Beide stelsels zouden ook een sanctionering voorzien voor belastingplichtigen die hun coronaverliezen te hoog inschatten.

Wederopbouwreserve

Een tweede fiscale relancemaatregel heeft als doelstelling om de solvabiliteit van ondernemingen opnieuw op te bouwen via een zogenaamde wederopbouwreserve. À rato van het bedrijfsverlies in 2020 zouden vennootschappen een belastingvrije reserve kunnen opbouwen, blijvend te boeken op de passiefzijde van de balans (‘onaantastbaarheidsvoorwaarde’) en aangerekend op de winsten gerealiseerd in 2021 tot 2023 (aanslagjaren 2022 tot en met 2024).

“Vennootschappen zouden gedurende drie boekjaren een vrijgestelde reserve kunnen opbouwen à rato van hun coronaverliezen”

Hierbij zou de reserve beperkt zijn tot de jaarlijkse stijging van de belaste reserves, met een maximumlimiet van 20 miljoen EUR. In geval van een latere dividenduitkering, inkoop van eigen aandelen of een kapitaalvermindering zou deze reserve volledig of gedeeltelijk belastbaar worden. Ook hier gelden strikte voorwaarden en beperkingen, onder meer op het vlak van tewerkstelling. In concreto zou de loonmassa in 2020 e.v. op rekening 62 minstens 85 procent moeten bedragen van de loonmassa van 2019 om belasting van de wederopbouwreserve te vermijden.

Samen met u wachten we af hoe de concrete modaliteiten eruit zullen zien, op basis van het wetsontwerp dat na advies van de Raad van State bij de Kamer neergelegd zal worden. Dit betekent dat de bovenstaande maatregelen nog aangepast kunnen worden bij de behandeling van het wetsontwerp in de Kamer. Van zodra hierover meer informatie beschikbaar is, informeren wij u verder.

Meer weten?

Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Marc De Munter, Tax Partner, of uw dossierverantwoordelijke.
Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.