Eerste fase fiscale hervorming: investeren in innovatie wordt nog steeds fiscaal beloond

Vakartikels

Uit een voorontwerp van wet blijkt welke wijzigingen minister van Financiën Vincent Van Peteghem in petto heeft voor de eerste fase van zijn hervorming. De voorwaarden voor fiscale voordelen voor innovatieve ondernemingen worden aangescherpt. En de investeringsaftrek wordt eenvoudiger én interessanter voor ondernemingen die investeren in milieu, hernieuwbare energie en technologie.

De fiscale hervorming van minister van Financiën Vincent Van Peteghem is er één waarbij de suspense in stapjes wordt opgebouwd.
Nadat in de zomer van 2022 de krijtlijnen werden uitgetekend, verscheen op de website van de minister begin maart een zeer summiere samenvatting van de kernpunten van de eerste fase van zijn hervorming. Deze punten werden intussen in een voorontwerp van wet gegoten, waaruit de intentie blijkt om innovatieve ondernemingen ook in de toekomst te ondersteunen met gunstige fiscaliteit. De investeringsaftrek wordt vereenvoudigd en aantrekkelijker. Anderzijds komen er strengere voorwaarden voor de aftrek van innovatie-inkomsten en extra formaliteiten voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing voor O&O-personeel.
 

Investeren in innovatie: een terugblik

Met de octrooi-aftrek was België al koploper in gunstige fiscaliteit voor innovatieve ondernemingen, met een aanzienlijke vrijstelling van vennootschapsbelasting (80%) voor bruto-(meer)inkomsten uit patenten. 

Aan deze regeling werd in 2016 gesleuteld, met een uitbreiding van het toepassingsgebied van deze fiscale aftrek. Hierdoor kregen meer vennootschappen toegang tot dit gunstig regime. De “oude” aftrek voor octrooi-inkomsten werd vervangen door de aftrek voor innovatie-inkomsten. Lees: een fiscale aftrek van 85% op de netto-(meer)inkomsten uit patenten, kwekersrechten, weesgeneesmiddelen, van overheidswege toegekende data- en marktexclusiviteit en auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s. 
 

Aftrek voor innovatie-inkomsten blijft…

Wil uw vennootschap vandaag de voordelen van de aftrek voor innovatie-inkomsten claimen, dan kan dit op basis van een Belgisch patent. Zo’n patent is niet alleen sneller te bekomen en goedkoper dan een Europees patent of een internationale patentaanvraag, maar kan ook worden toegekend voor “uitvindingen” die stricto sensu niet voldoen aan alle voorwaarden voor octrooieerbaarheid. Zo is het mogelijk dat uit patentonderzoek blijkt dat een uitvinding niet voldoet aan de voorwaarden van nieuwheid of inventiviteit, maar toch een Belgisch patent wordt afgeleverd. Hierdoor was het voor ondernemingen verleidelijk om dergelijk Belgisch patent aan te vragen om fiscale redenen, eerder dan om patentbescherming te bekomen. Met andere woorden werd tot patentaanvraag overgegaan om de deur te openen naar de gunstige aftrek voor innovatie-inkomsten.

… maar onder striktere voorwaarden

In het fiscale hervormingsplan van de minister zullen grote vennootschappen enkel nog de aftrek voor innovatie-inkomsten kunnen toepassen als zij beschikken over een Europees of over meerdere niet-Europese nationale patenten. Voor kleine vennootschappen blijft een Belgisch patent voldoende, maar slechts op voorwaarde dat zij na octrooieerbaarheidsonderzoek een positieve opinie krijgen over de industriële toepasbaarheid en een overwegend positieve opinie over nieuwheid en inventiviteit. Een nobel doel, maar wellicht was het eenvoudiger geweest om voor alle vennootschappen als voorwaarde te stellen dat een Belgisch of (niet)-Europees patent vanuit fiscaal oogpunt slechts geldig is als het een uitsluitend positieve opinie bevat.

Voor de aftrek voor innovatie-inkomsten zullen strengere patent-voorwaarden gelden.

Als het van de minister afhangt, worden deze strengere regels van toepassing op innovatie-inkomsten die worden bekomen vanaf 1 januari 2024. Ook vennootschappen die een positieve rulingbeslissing hebben bekomen voor de toepassing van de aftrek voor innovatie-inkomsten, moeten hun patenten onder de loep nemen. Als blijkt dat het patent niet voldoet aan de nieuwe voorwaarden, wordt de ruling immers ongeldig.

Snellere afschrijving mogelijk op investeringen in klimaatneutrale technologie

Om ondernemingen aan te zetten tot extra investeringen in klimaatneutrale technologieën, is minister Van Peteghem van plan het afschrijvingspercentage, dat boekhoudkundig wordt toegepast, voor fiscale doeleinden te verdubbelen. Zo zou een investering in 2024 die boekhoudkundig op 10 jaar wordt afgeschreven, fiscaal voor 20% aftrekbaar zijn.

Investeringsaftrek in een nieuw jasje

Om investeringen in bepaalde sectoren of technologieën te stimuleren, kunnen ondernemingen al jaren gebruik maken van een investeringsaftrek: een fiscaal duwtje in de rug door een fiscale aftrek die hoger is dan de effectieve investeringskost. De voorbije jaren evolueerden de verschillende investeringsaftrekken tot een onoverzichtelijk en vaak inconsistent geheel. 

Voor investeringen vanaf 1 januari 2024 wil de minister met “drie sporen” een vereenvoudiging doorvoeren:

  • Een basisaftrek van 10% voor natuurlijke personen en kleine vennootschappen, en 0% voor grote vennootschappen. Deze basisaftrek is vergelijkbaar met de gewone, huidige investeringsaftrek.
  • Een verhoogde thematische aftrek voor investeringen die de wetgever wil stimuleren, zoals milieuvriendelijke investeringen, hernieuwbare energie en digitale technologie. Deze aftrek bedraagt 40% voor natuurlijke personen en kleine vennootschappen en 30% voor grote vennootschappen.
  • Een technologie-aftrek, die overeenstemt met de huidige verhoogde investeringsaftrek, zowel wat betreft de percentages van 13,5% (eenmalig) of 20,5% (gespreid) als het toepassingsgebied, met name octrooien en milieuvriendelijke O&O-investeringen.


Aan de thematische aftrek en technologie-aftrek zullen bijkomende formaliteiten verbonden zijn. Cumulatie van verschillende sporen is niet toegelaten om dubbele aftrekken te vermijden.

Investeringsaftrek in een nieuw jasje: eenvoudiger en verhoogde thematische aftrek tot 40%.

Gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing

Innovatieve vennootschappen kunnen een gedeeltelijke vrijstelling (tot 80%) van bedrijfsvoorheffing genieten voor bepaalde werknemers die op O&O-projecten werken. Om dit voordeel, dat de loonkost van O&O-personeel significant vermindert, te kunnen claimen, moet u het O&O-project voorafgaandelijk aanmelden bij de programmatorische overheidsdienst Belspo, dienst Wetenschapsbeleid. Nieuw is de verplichting om jaarlijks (post factum) te rapporteren over het project.

Wat auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s betreft, is Belspo bevoegd om, na analyse, bindend advies te geven over de kwalificatie van het project (of programma) als O&O-project (of -programma). Op dit vlak voorzien de plannen van Van Peteghem in een beperking van de bevoegdheden van Belspo: deze instantie zal niet meer bevoegd zijn om een bindend advies over het O&O-karakter te geven, zodat vennootschappen in de toekomst mogelijk worden overgeleverd aan het oordeel van de controleambtenaren van de FOD Financiën. Met het oog op rechtszekerheid kunnen zij wel een fiscale ruling aanvragen. Anderzijds kunnen ondernemingen voortaan hun R&D-afdeling laten erkennen als onderzoekscentrum, waarna de voorwaarde van voorafgaandelijke aanmelding bij Belspo zou vervallen. Tenslotte zijn er ook een aantal wijzigingen (lees: verruimingen) voor Young Innovative Companies.

Ook rechtspraak zorgt voor evolutie

Uit fiscale controles blijkt dat de fiscus heel strikt toeziet op de naleving van alle voorwaarden om de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing te kunnen toepassen, waaronder deze van voorafgaande aanmelding van het O&O-project of -programma bij Belspo. Maar wat houdt de term ‘voorafgaand’ precies in?    

Is dit voorafgaand aan de opstart van het project of programma, voorafgaand aan de periode waarvoor de vrijstelling wordt toegepast, of voorafgaand aan het éffectief toepassen van de vrijstelling? 

Het standpunt dat de fiscus bij belastingcontroles traditioneel toepast, is dat u de aanmelding moet doen voorafgaand aan de toépassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling. Het is pas vanaf de maand waarin u het project of programma bij Belspo aanmeldt, dat de vrijstelling van doorstorting kan worden toegepast.

De rechtspraak was de afgelopen jaren minder eenduidig, maar het Hof van Cassatie oordeelde recent dat de aanmelding moet gebeuren voorafgaand aan de aanvangsdatum van het project of programma. Hiermee is het Hof van Cassatie strenger dan de fiscus, en zorgt het ervoor dat u als belastingplichtige voortaan de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing enkel kan toepassen voor O&O-projecten of -programma's die u nog niet opstartte.

Dit zorgt ervoor dat een vennootschap die een project opstart, en pas later vaststelt dat het in aanmerking komt voor dit fiscale voordeel of gewoon onvoldoende snel de formaliteiten opvolgt, de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing aan haar neus ziet voorbijgaan.

Vanaf wanneer gelden de wijzigingen? 

Momenteel gaat het om een voorontwerp van wet dat nog onderhandeld moet worden binnen de federale regering. Minister Van Peteghem hoopt dat een bespreking van een wetsontwerp in april in het Parlement op de agenda komt. Zowel inhoudelijk als wat betreft timing kunnen derhalve nog wijzigingen optreden.

Zijn deze regels voor u relevant ?

Stelt u werknemers te werk die aan onderzoek en ontwikkeling doen? Bezit of gebruikt uw onderneming patenten of ontwikkelt u binnen uw onderneming software? Dan zijn deze fiscale voordelen ook voor uw onderneming mogelijk relevant en moet u de toepasselijke formaliteiten strikt opvolgen.  
 

De essentie

  • Minister van Financiën Vincent Van Peteghem goot de eerste fase van de fiscale hervorming in een voorontwerp van wet.
  • Investeringen in innovatie worden nog steeds beloond, maar onder strengere patent-voorwaarden voor aftrek voor innovatie-inkomsten.
  • Op investeringen in klimaatneutrale technologie zullen snellere afschrijvingen mogelijk zijn.
  • Tijdig aanmelden van projecten en extra rapportering post factum om tot 80% vrijstelling van bedrijfsvoorheffing te genieten voor bepaalde werknemers die op O&O-projecten werken.
  • Wetswijzigingen zouden vanaf 1 januari 2024 in voege treden.

Meer weten?

Hebt u vragen over de fiscale voordelen voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling? Neem dan zeker contact op met Tanja De Decker, Corporate Tax Partner, of uw dossierverantwoordelijke. Zij beantwoorden graag uw vragen. Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.