Het startschot voor de juridische vernieuwing en modernisering van de VZW is gegeven

Vakartikels

Een VZW is nu ook een onderneming

Iedereen heeft al gehoord dat het parlement werkt aan een volledig nieuwe wetgeving voor vennootschappen én verenigingen. 

Baker Tilly

Zo zullen de rechtsregels van toepassing op vennootschappen enerzijds en non-profitorganisaties zoals VZW’s anderzijds in de toekomst geïntegreerd worden in één wetboek: het “Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen”. 

Een belangrijke inhoudelijke vernieuwing hierbij zal zijn, het basisonderscheid tussen vennootschappen en verenigingen. Het al dan niet nastreven van winst en het soort van uitgeoefende activiteiten zullen niet langer richtinggevend zijn voor de kwalificatie als vennootschap of vereniging. Wel het verschil inzake winstuitkering: waar het doel van een vennootschap bestaat in de uitkering van winst, zal in de verenigingen een verbod tot winstuitkering gelden. Van zodra meer concrete informatie over de definitieve inhoud en overgangsregeling beschikbaar zijn, zullen we hier dieper op ingegaan. Het voorgaande blijft dus nog even toekomstmuziek.

Geen toekomstmuziek, maar juridische werkelijkheid sinds 1 mei 2018 is het nieuwe insolventierecht. De bestaande WCO- en faillissementswetgeving werden geïntegreerd in een nieuw boek (XX) van het Wetboek van Economisch Recht (WER). Het toepassingsgebied van dit insolventierecht – zowel het preventieve luik als het curatieve luik – werd uitgebreid tot “ondernemingen”; een definitie waar nu ook de VZW en andere verenigingen onder ressorteren.

Een VZW kan failliet verklaard worden

In de praktijk heeft dit een dubbele betekenis. Voortaan kan een VZW die geen krediet meer kan bekomen en die niet meer in staat is om haar financiële verplichtingen te voldoen door de rechtbank failliet verklaard worden. Een VZW die zich in financiële moeilijkheden bevindt kan voortaan ook beroep doen op tijdelijke maatregelen ter vrijwaring van haar continuïteit, zoals bijvoorbeeld de aanvraag van een gerechtelijke reorganisatie.

Let op: een vereniging is – in tegenstelling tot een vennootschap - niet verplicht om zelf de boeken neer te leggen en zal alleen in faling gaan indien het openbaar ministerie of een schuldeiser een verzoek tot faillietverklaring indient. Voor een onbetaalde schuldeiser van een VZW kan dit een laatste redmiddel zijn.

Een bestuurder van een VZW kan sneller aansprakelijk gesteld worden

Het toepassen van het insolventierecht op verenigingen heeft ook gevolgen op het vlak van aansprakelijkheid. Nieuw is dat de bestuurders van een failliete VZW door de rechter aansprakelijk gesteld kunnen worden voor een deel of het geheel van het passief, als deze bestuurders door een kennelijk grove fout hebben bijgedragen tot het faillissement. Een bestuurder die een VZW laat voortbestaan, die reddeloos verloren is, kan hier ook aansprakelijk voor gesteld worden.

Deze “nieuwe” aansprakelijkheidsgronden gelden zowel voor huidige en vroegere bestuurders als voor feitelijke bestuurders. Het is hierbij voldoende dat wordt aangetoond dat de bestuurder een fout heeft gemaakt.  Er dient geen bewijs geleverd te worden in welke mate de gemaakte fout schade heeft veroorzaakt. Om de hardheid van dit systeem te milderen heeft de wetgever een uitsluiting van aansprakelijkheid voorzien voor bestuurders van een “kleine” vereniging die een vereenvoudigde boekhouding mag voeren. 

Deze nieuwe aansprakelijkheidsgrond is een voorbeeld van de strengere regelgeving m.b.t. bestuurdersaansprakelijkheid die zijn intrede doet in de non-profit sector. Op deze manier komt een einde aan de huidige regels rond de individuele aansprakelijkheid van een bestuurder in een VZW, die slechts ingeroepen kon worden mits bewijs van de gemaakte fout, de ontstane schade en de causaliteit tussen beiden.

Tenslotte moet een bestuurder van een VZW zich ervan bewust zijn dat het niet naleven van heel wat andere nieuwe regelgeving zijn aansprakelijkheid in het gedrang kan brengen. We halen hier bijvoorbeeld de GDPR aan, die ook voor een VZW geldt. Bestuurdersaansprakelijkheid krijgt in de praktijk weinig aandacht. De hiervoor vermelde voorbeelden geven aan dat ook de VZW-bestuurder best eens denkt aan een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.

Een beroepsmatige bestuurder van een VZW kan persoonlijk failliet verklaard worden

Naast de wijzigingen op het vlak van bestuurdersaansprakelijkheid in de non-profit sector, heeft de wetgever beslist om natuurlijke personen die zelfstandig bestuurder zijn in een VZW en deze taak beroepsmatig  uitoefenen, ook te beschouwen als een “onderneming” die onder het toepassingsgebied valt van het nieuwe insolventierecht. 

Faillietverklaring van deze bestuurder, zelfs in geval van een onbezoldigd mandaat, behoort dus tot de mogelijkheden!

Besluit

Het opnemen van een bestuursmandaat in een non-profit organisatie dient voortaan met de nodige waakzaamheid te gebeuren. Dit betekent ook dat er meer aandacht besteed moet worden aan het naleven van procedures m.b.t. de interne besluitvorming binnen het bestuur van een vereniging.

Het voorgaande maakt duidelijk dat de juridische vernieuwing en modernisering van de VZW en non-profit organisaties werd ingezet, maar nog lang niet afgerond is. Wordt dus vervolgd...

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met Liesbeth Gordts, Senior Legal Counsel.