Nieuwe ontwikkelingen inzake de aftrek van interesten op rekening-courant

Vakartikels

Vanaf 1 januari 2020 zullen de interesten op niet-hypothecaire leningen zonder bepaalde looptijd, die buiten een cashpoolingovereenkomst om zijn toegekend, als beroepskosten in aanmerking worden genomen voor zover deze niet hoger zijn dan een specifieke rentevoet die door de Nationale Bank van België word gepubliceerd, verhoogd met 2,5%. 

Op 30 april 2019 publiceerde de Belgische fiscus een circulaire betreffende de wijziging van artikel 55 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB 92) dat van toepassing is op de aftrekbaarheid van interesten.

Huidige bepaling 

In de huidige versie van artikel 55 WIB 92 is bepaald dat de interesten op obligaties, leningen, vorderingen, deposito’s en andere waardepapieren die een lening vertegenwoordigen slechts als beroepskosten in aanmerking worden genomen voor zover deze niet hoger zijn dan een bedrag dat overeenstemt met de marktrentevoet, rekening houdend met de bijzondere factoren die van belang zijn bij de beoordeling van het aan de verrichting verbonden risico en inzonderheid met de financiële situatie van de debiteur en de looptijd van de lening.

Nieuwe bepaling

Naar aanleiding van de wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting dient het volgende onderscheid te worden gemaakt:

  • Voor niet-hypothecaire leningen zonder welbepaalde looptijd, andere dan diegene die worden betaald aan verbonden vennootschappen in het kader van een raamovereenkomst voor gecentraliseerd thesauriebeheer (cash-poolingovereenkomst), wordt de rente slechts als beroepskost beschouwd voor zover deze niet hoger is dan een bedrag dat overeenstemt met een specifiek rentetarief dat door MFI’s (Monetaire Financiële Instellingen) wordt bepaald, verhoogd met 2,5%. 
    Dit specifieke rentetarief stemt overeen met het tarief dat door MFI’s wordt toegepast op leningen tot 1.000.000 EUR met een variabel rentetarief en een initiële rentebepaling van maximaal één jaar verstrekt aan niet-financiële vennootschappen en gesloten in de maand november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de interesten betrekking hebben. Deze specifieke rentevoet zal worden gepubliceerd op de website van de Nationale Bank van België.
  • Voor alle andere leningen blijft de verwijzing naar de marktrentevoet van toepassing.

Het MFI-rentetarief, verhoogd met 2,5%, zal aldus in aanmerking moeten worden genomen in het kader van voorschotten in rekening-courant doe door zaakvoerders/bestuurders (natuurlijke personen) aan vennootschappen worden toegekend of voorschotten (zonder vaste looptijd) die tussen vennootschappen buiten een cashpoolingovereenkomst om, worden toegekend.

Concreet betekent dit dat voor het kalenderjaar X het fiscaal toegestane maximale rentetarief gelijk zal zijn aan het hierboven vermelde MFI-rentetarief dat de Nationale Bank van België publiceert, verhoogd met 2,5%, voor de contracten gesloten in november van het jaar X-1. De fiscaal aanvaarde rentevoet zal daarom jaarlijks dienen te worden aangepast.

Wanneer bijvoorbeeld de door de NBB gepubliceerde MFI-rentevoet op het einde van het jaar X-1 0,01% bedraagt, zal de maximale fiscale aftrekbare rentevoet in het jaar X 2,51% bedragen.

Volgens de recent gepubliceerde circulaire beoogt deze wijziging meer rechtszekerheid te bieden, met name voor wat betreft de interesten op de rekeningen-courant voor crediteurs, waarover in de praktijk vaak word gediscussieerd in verband met de waardering van de marktrentevoet.

Opmerkelijk is dat deze nieuwe bepaling ook van toepassing zal zijn op de interesten op voorschotten die door bepaalde aandeelhouders of bestuurders van een vennootschap aan deze vennootschap worden toegekend en die, bij overschrijding van bepaalde limieten (meer bepaald de marktrente), als dividend kunnen worden geherkwalificeerd.

Deze bepaling staat uiteraard niet in de weg van de toepassing van andere bepalingen van het WIB 92 die ook de aftrek van de rente beperken (zoals bijvoorbeeld de nieuwe aftrekbeperking die van toepassing is op extra leenkosten).

Als laatste merken wij op dat deze nieuwe bepaling niet van toepassing is op voorschotten die door vennootschappen aan hun bestuurders of aandeelhouders worden toegekend en onderworpen blijven aan specifieke wettelijke bepalingen.

Inwerkingtreding

De nieuwe bepaling treedt in werking op 1 januari 2020 en is van toepassing op de interesten die betrekking hebben op de periode na 31 december 2019.

Voor meer informatie kan u zich wenden of tot Michel Beyaert, Tax Partner of  tot uw dossierbeheerder.