Overeenkomst over interpretatie thuiswerk in dubbelbelastingverdrag België-Nederland

Vakartikels

Op 23 november 2023 hebben België en Nederland een overeenkomst gesloten over de interpretatie van artikel 5 van het tussen beide landen afgesloten dubbelbelastingverdrag (hierna DBV). De belastingadministraties willen werkgevers meer duidelijkheid geven over de elementen die in het bijzonder van belang zijn bij de beoordeling of thuiswerk van werknemers in hun woonland leidt tot een vaste inrichting in de zin van artikel 5 van het DBV. 

De overeenkomst vertrekt van drie scenario’s om de beoordeling van een vaste inrichting uit te voeren: 

  1. Incidenteel thuiswerk 
    Wanneer thuiswerk geen onderdeel is van het vaste arbeidspatroon, gaat het om incidenteel thuiswerk. In dit geval zal de thuiswerkplek niet als een vaste inrichting worden beschouwd.
  2. Structureel thuiswerk met de mogelijkheid tot werken op locatie
    Hierbij is thuiswerk wel een onderdeel van een vast arbeidspatroon, omdat in dit geval op wekelijkse of maandelijkse basis een aantal dagen van thuis wordt gewerkt. 
    Dit scenario kan leiden tot een vaste inrichting wanneer het thuiskantoor ter beschikking staat van de werkgever. Belangrijk hier is dat uw werknemer nog steeds de vrije keuze heeft om te werken op de werkplek die beschikbaar is in de staat waarin u als werkgever bent gevestigd. Door deze vrije keuze zal de thuiswerkplek in beginsel niet als een vaste inrichting worden beschouwd. Een andere conclusie is echter mogelijk als uit feitelijke omstandigheden blijkt dat uw werknemer continu het thuiskantoor gebruikt op uw verzoek.
  3. Structureel en verplicht thuiswerk
    Wanneer u als werkgever vereist dat de ondernemingsactiviteiten vanaf de thuiswerkplek worden verricht, dan staat de thuiswerkplek ter beschikking aan uw onderneming. Laat dit nu net de definitie zijn van een vaste inrichting volgens artikel 5 van het OESO-model verdrag.

Een thuiswerkplek wordt als vaste inrichting beschouwd wanneer u als werkgever verwacht dat uw werknemer zijn werkzaamheden verricht van de thuiswerkplek.

De verplichting om van thuis te werken blijft natuurlijk wel een feitenkwestie. Een thuiswerkplek wordt als een vaste inrichting beschouwd wanneer u verwacht dat uw werknemer zijn werkzaamheden verricht vanuit de thuiswerkplek. Deze feitelijke en impliciete beschikkingsmacht die u over de thuiswerkplek hebt, leidt tot het definiëren van een vaste inrichting. 

De vaststelling of er al dan niet sprake is van een vaste inrichting door het thuiswerk, moet altijd op individueel niveau gebeuren. Of u al dan niet middelen (financiële, ICT- of andere) ter beschikking stelt om thuiswerken mogelijk te maken, speelt geen rol bij deze analyse. 

Wanneer een werknemer 50% of minder van zijn arbeidstijd thuiswerkt, is de thuiswerkplek geen vaste inrichting.

Omdat de feitelijke omstandigheden bepalend zijn, voorziet de overeenkomst enkele praktische richtlijnen voor de definitie van een vaste inrichting: 

  1. 50% of minder thuiswerken in het woonland: de thuiswerkplek is geen vaste inrichting als uw werknemer 50% of minder van zijn arbeidstijd thuiswerkt gedurende een tijdvak van twaalf maanden dat begint of eindigt in het betreffende kalenderjaar. 
  2. Werkzaamheden van voorbereidende aard of hulpwerkzaamheden: wanneer een thuiswerkplek ter beschikking staat van de werkgever, dan zal de thuiswerkplek toch niet als een vaste inrichting worden beschouwd als de activiteit van uw werknemer die vanuit diens thuiswerkplek wordt verricht, beperkt is tot werkzaamheden die een voorbereidend of hulpkarakter hebben. Het gaat erom of de activiteiten die thuis worden verricht, in dit geval voldoende veraf staan van de daadwerkelijke realisatie van de ondernemingswinst.

De essentie

  • Wanneer thuiswerk geen onderdeel is van het vaste arbeidspatroon, gaat het om incidenteel thuiswerk.
  • Als een werknemer op wekelijkse of maandelijkse basis een aantal dagen van thuis werkt, is er sprake van structureel thuiswerk. Dit scenario kan leiden tot een vaste inrichting. 
    • Bij structureel en verplicht thuiswerk wordt de thuiswerkplek beschouwd als een vaste inrichting.
    • De vaststelling van een al dan niet vaste inrichting van thuiswerk moet altijd op individueel niveau gebeuren.
    • Om te bepalen of een thuiswerkplek al dan niet een vaste inrichting is, heeft de overeenkomst een paar praktische richtlijnen vastgelegd. 

Meer weten?

Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Audrey De Bevere, Individual Tax Partner, Louise D'hondt, Tax Consultant of uw dossierbeheerder. 
Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.