Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) - een fiscale analyse

Vakartikels

Het VAPZ is een fiscaal interessante manier om als zelfstandige een aanvullend pensioenkapitaal op te bouwen. De premies zijn immers aftrekbaar als sociale zekerheidsbijdrage in de aangifte in de personenbelasting. Bovendien kan de taxatie van het eindkapitaal fiscaal gunstig zijn.

Het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) is een interessante fiscale mogelijkheid voor zelfstandigen om een aanvullend pensioen op te bouwen. In deze analyse onderzoeken we een aantal fiscale aspecten van deze pensioenformule.

Aftrekbare premie

Het VAPZ is een pensioenplan dat specifiek is ontworpen voor zelfstandigen die sociale bijdragen volgens het barema van een hoofdberoeper betalen. Ook bijberoepers komen dus in aanmerking van zodra zij sociale bijdragen betalen als een zelfstandige in hoofdberoep. De bijdragen die zij storten in het VAPZ, kunnen worden afgetrokken van hun beroepsinkomen als sociale zekerheidsbijdrage. Dit resulteert in een verlaging van de verschuldigde personenbelasting en de sociale bijdrage als zelfstandige. Door de aftrek als sociale bijdrage maken de bijdragen geen deel uit van de forfaitaire beroepskosten. Een bijkomende voorwaarde voor de fiscale aftrek in 2023 is dat alle in dat jaar verschuldigde sociale bijdragen effectief en volledig betaald zijn in 2023. Verder is er ook geen premietaks verschuldigd op de premies.

Het VAPZ kan afgesloten worden door zelfstandigen met winsten of baten, meewerkende echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, zelfstandige helpers en zelfstandige bedrijfsleiders van vennootschappen.; De maximale jaarlijkse premie die men als zelfstandige in het VAPZ kan storten, is afhankelijk van het inkomen. Deze premie kan oplopen tot maximaal 8,17% van het geherwaardeerd beroepsinkomen als zelfstandige van in de regel drie jaar geleden, met een maximum van 3.859,40 EUR voor het jaar 2023. De herwaarderingscoëfficiënt in 2023 bedraagt 1,183137. 

Het beroepsinkomen zijn de brutoberoepsinkomsten, verminderd met de socialezekerheidsbijdragen, beroepskosten en de toekenning aan de medewerkende partner (echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner).

Voor starters geldt een aparte regeling:

  • Zelfstandigen in hoofdberoep die nog geen drie jaar zelfstandige zijn en die de minimumbijdrage betalen, mogen in 2023 maximaal 8,17% sparen van het fictieve referte-inkomen. Concreet gaat het om 8,17% van 16.409.20 EUR, ofwel 1.340,63 EUR.
  • Zelfstandigen in hoofdberoep die nog geen drie jaar zelfstandige zijn en die een vrijwillige hogere bijdrage betalen (berekend op een geschat inkomen), mogen maximaal 8,17% sparen van dat geherwaardeerde geschatte referte-inkomen. Ook in dit geval bedraagt het absolute maximum 3.859.40 EUR.
  • Zelfstandigen in bijberoep kunnen geen VAPZ afsluiten tijdens hun eerste drie jaren als zelfstandige.

Naast het VAPZ bestaat er ook het Sociaal VAPZ, met (in 2023) maxima van 9,40% en 4.440,43 EUR. Bij deze contracten moet minimaal 10% van de premie naar een solidariteitsstelsel gaan. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de vergoeding van inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid.

Het VAPZ-contract is combineerbaar met een IPT-contract bij de vennootschap.

Sociale bijdragen bij uitkering

Op het VAPZ is de solidariteitsbijdrage op pensioenen van toepassing. Deze kan oplopen tot 2%. Daarnaast geldt en RIZIV-bijdrage van 3,55%. Bij een overlijden moeten deze bijdragen enkel betaald worden bij uitkering aan de echtgeno(o)t(e). Deze bijdragen zijn ook van toepassing op de winstdeelnames.

Taxatie van het pensioenkapitaal

Het pensioenkapitaal wordt automatisch uitgekeerd bij het opnemen van het (vervroegd) wettelijk pensioen, ongeacht de contractuele einddatum. Voor personen geboren voor 1962, kan het VAPZ onder bepaalde voorwaarden vroeger uitbetaald worden (op voorwaarde dat het VAPZ-contract dit toelaat). 

De uitkering van het pensioenkapitaal bij pensionering of overlijden wordt belast op basis van een fictieve rente (artikel 169 WIB 1992 en artikel 73 KB/WIB). Bij overlijden bepaalt de leeftijd van de begunstigde de fictieve rente. Op het netto-overlijdenskapitaal moet erfbelasting betaald worden.
De fictieve rente varieert van 1% voor een persoon van 40 jaar of jonger, tot 5% voor een persoon vanaf 65 jaar. De rentes worden mee belast met de overige inkomsten aan de progressieve belastingtarieven. De winstdeelnames worden niet belast. Bij lage inkomens is het mogelijk dat deze rentes quasi niet belast worden. Maar het is evengoed mogelijk dat deze rentes belast worden aan 50%, bijvoorbeeld bij een hoog pensioen en/of hoge huurinkomsten. 

Bij contracten die ten vroegste worden uitbetaald vanaf de wettelijke pensioenleeftijd, waarbij de gepensioneerde tot de pensionering actief is gebleven, worden de belastbare rentes slechts berekend op 80% van het pensioenkapitaal, verminderd met de ingehouden sociale bijdragen. Om na te gaan of iemand actief is gebleven, wordt een ononderbroken referentieperiode van drie jaar voorafgaand aan het pensioen in acht genomen. Deze taxatie aan 80% geldt ook voor iemand die bij pensionering een volledige loopbaan achter de rug heeft, en uiteraard ook op voorwaarde dat deze tot zijn pensionering actief is gebleven.

Voor een 65-jarige die actief was tot zijn pensioenleeftijd, gaat het bijvoorbeeld over een fictieve rente van 5% op 80% van het pensioenkapitaal, verminderd met de ingehouden sociale bijdragen. Dit geldt voor een periode van tien jaar. Voor een 64-jarige die zijn vervroegd pensioen opneemt, gaat het over 4,5% op 100% van het pensioenkapitaal, verminderd met de ingehouden sociale bijdragen gedurende dertien jaar.
De meeste contracten worden uitbetaald in de vorm van een kapitaal. De verzekerde kan ook vragen om een periodieke uitkering te ontvangen.

Goed om weten is dat er ook gemeentebelasting verschuldigd is. 

Met het VAPZ bouwt de zelfstandige een fiscaal voordelig aanvullend pensioenkapitaal op.

De 80%-grens

Bij de cumulatie met een individuele pensioentoezegging (IPT) of groepsverzekering moet u bij de berekening van de maximale premie van de IPT of de groepsverzekering in het kader van de 80%-grens rekening houden met de pensioenkapitalen van het VAPZ.

Vastgoedfinanciering

Het VAPZ-contract kan onder voorwaarden worden gebruikt voor vastgoedfinanciering onder de vorm van een opname van een voorschot van een percentage van de afkoopwaarde, als waarborg voor een lening of als wedersamenstelling van een hypothecaire lening. Het doel van deze lening moet zijn om een onroerend goed in de Europese Economische Ruimte, dat belastbare inkomsten voortbrengt, te verwerven, te verbeteren, te herstellen of te bouwen. Als een voorschot werd opgenomen, moet dit worden terugbetaald zodra de betreffende onroerende goederen uit uw vermogen verdwijnen.

VAPZ voor zorgverleners

Geconventioneerde zorgverleners (ongeacht hun statuut, dus ook werknemers of statutaire zorgverleners) hebben onder bepaalde voorwaarden recht op een jaarlijkse toelage van het RIZIV die ze kunnen gebruiken voor een sociaal VAPZ-contract, naast hun gewone of sociale VAPZ Uiteraard is er dan geen aftrekbare premie. De sociale bijdragen en de belasting bij de uitkering volgen de regels zoals hiervoor beschreven.

De essentie:

  • Een VAPZ-contract kan enkel afgesloten worden door zelfstandigen, behalve de RIZIV-VAPZ.
  • De maximale fiscale aftrekbare premie is afhankelijk van het inkomen.
  • Door de betaling van de VAPZ-premie betaalt de zelfstandige ook minder bijdragen aan zijn sociaalverzekeringsfonds.
  • Het fiscale en sociale voordeel kan bij de storting oplopen tot 62% van de premie.

Meer weten?

Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Herman Deprouw, Partner Fiscaal Accountant of uw dossierverantwoordelijke. 
Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.