Aftrek btw van gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen

Vakartikels

Bij gemengd beroeps- en privégebruik moet de btw-aftrek in de regel van meet af aan beperkt te worden tot het beroepsgebruik. Er zijn hiervoor een aantal forfaits voorzien, onder meer voor personenwagens.

In 2011 werd in het Btw-Wetboek artikel 45,§1 quinquies ingevoerd, waarbij de btw-aftrek op bedrijfsmiddelen en aanverwante diensten die aan herziening onderhevig zijn, beperkt wordt tot het beroepsgedeelte (het zogenaamde bestemmingsprincipe). Dit nieuwe artikel werd ingevoerd ter uitvoering van een Europese richtlijn. In Circulaire 36/2015 dd. 23/11/2015 wordt deze nieuwe wetsbepaling verder toegelicht en worden verscheidene eerdere Beslissingen gecoördineerd en bijgestuurd.

De bewijslast van het beroepsgebruik ligt vanzelfsprekend bij de belastingplichtige.

Bij het aanrekenen van een vergoeding door de werkgever die een bedrijfsmiddel ter beschikking stelt (rechtstreekse aanrekening, via een vermindering van het nettoloon of de boeking via rekening-courant) is er geen beperking tot het beroepsgebruik nodig. Er is dan immers sprake van een met btw te belasten verhuur. Bovendien is in dergelijk geval minimale btw verschuldigd op de normale waarde (artikel 33 Btw-Wetboek).

Personenwagens:

Voor het beroepsgebruik van ter beschikking gestelde personenwagens zonder vergoeding zal het percentage van beroepsgebruik vastgesteld worden via drie mogelijke methodes:

  1. Via een rittenadministratie
  2. Via een semi-forfaitaire formule: 1- (((afstand woon-werkverkeer x 2 x 200) + 6.000 km andere privéverplaatsingen) / totale afstand) 
  3. 35% voor alle gemengd gebruikte personenwagens 

Methodes 1 en 2 kunnen gecombineerd worden. Methodes 2 en 3 zijn slechts mogelijk voor één voertuig per gebruiker en bij beduidend beroepsgebruik (˃ 10 %). Aan methodes 1 en 2 is men slechts verbonden voor één kalenderjaar, aan methode 3 voor vier opeenvolgende kalenderjaren. Bij de terbeschikkingstelling in het kader van het loonbeleid van de werknemers, aanvaardt de Administratie methode 3 zelfs bij een onbeduidend beroepsmatig gebruik.

Op basis van artikel 45,§2 Btw-Wetboek is er een absoluut maximum van 50% aftrekbaarheid bij personenwagens.

Voor de bepaling van het beroepsgebruik van personenwagens zijn er drie methodes: de rittenadministratie, de semi-forfaitaire formule en een aftrekpercentage van 35% voor alle gemengd gebruikte personenwagens.

Deze drie methodes zullen ook aangewend worden om het beroepspercentage te bepalen dat men nodig heeft om een eventuele bijkomende herziening te berekenen bij een aangerekende vergoeding op basis van de normale waarde. Deze herziening kan zich enkel voordoen bij een beroepsgebruik van minder dan 50% omwille van de maximale aftrekbaarheid van 50% bij personenwagens.

Voorbeeld herziening:

  • Beroepspercentage: 35%
  • Afschrijving + kosten met btw of huur: 15.000 EUR
  • Vergoeding: 1.500 EUR exclusief btw / btw = 1.500 x 21% = 315 EUR
  • Normale waarde: 15.000 x (50% - 35%) = 2.250 EUR
  • Herziening in het nadeel: (2.250 EUR x 21%) - 315 EUR = 157,50 EUR

De forfaitaire methode van 35% beroepsgebruik mag u voor de coronajaren 2020 en 2021 toepassen voor wie gewoonlijk de semi-forfaitaire formule toepaste. Er is dus uitzonderlijk geen verplichting om die derde methode voor vier jaar toe te passen. Bovendien kunt u de derde methode voor die jaren combineren met de semi-forfaitaire formule.

Bij de verkoop van een personenwagen waarbij artikel 45,§1 quinquies werd toegepast, is er een verlaagde maatstaf van heffing mogelijk. Bij personenwagens van minder dan 5 jaar tussen de aankoop en de verkoop, is er mogelijk ook een herziening in het voordeel. Dit kan echter niet als er bij de oorspronkelijke aankoop geen btw werd aangerekend of toepassing werd gemaakt van de winstmargeregeling.

We illustreren dit met een voorbeeld:

  • Aankoop in 2020: voor 40.000 EUR + 8.400 EUR btw
  • Btw-aftrek (methode 3): 8.400 EUR x 35% = 2.940 EUR
  • Verkoop in 2022: voor 15.000 EUR zonder btw
  • Verschuldigde btw: 7.500 EUR x 21% = 1.575 EUR
  • Herziening in voordeel: 3/5 x (8.400 EUR x 50%) - 2.940 EUR = 756 EUR (rooster 62)
  • Factuurvermelding: “Bijzondere maatstaf, toepassing – Circulaire 36/2015 van 23/11/2015.

Bij de terbeschikkingstelling van personenwagens in het kader van het loonbeleid van werknemers, aanvaardt de Administratie methode 3 zelfs bij een onbeduidend beroepsmatig gebruik.

Lichte vrachtwagens:

Bij gemengd gebruikte lichte vrachtwagens kunt u voor de btw-recuperatie ofwel gebruik maken van de rittenadministratie of een forfait (methode 4) van 85% voor overwegend beroepsmatig gebruik en een forfait van 35% voor niet-overwegend beroepsmatig gebruik. Met een onbeduidend privé-gebruik moet u geen rekening houden. 

Als de belastingplichtige ervoor kiest om methode 4 te gebruiken, dient hij deze methode toe te passen bij alle gemengd gebruikte lichte vrachtwagens. Bij het aanrekenen van een vergoeding moet u ook rekening houden met de normale waarde en is er in principe een volledige btw-aftrek.

Ook bij de verkoop van een lichte vrachtwagen binnen de 5 jaar, waarbij toepassing werd gemaakt van beperkte btw-aftrek volgens artikel 45,§1 quinquies, kan er een herziening gedaan worden op de aangerekende btw in het voordeel van de belastingplichtige.

Ander gemengd gebruik:

Bij een voordeel van alle aard van een woning is er geen btw-aftrek omwille van de vrijstelling van artikel 44 Btw-Wetboek.

Bij het voordeel van alle aard voor elektriciteit, verwarming en water is er door de aard van de levering geen gemengd gebruik mogelijk. Bijgevolg is er in principe een volledige btw-aftrek en de aanrekening van btw op het voordeel. 

Bij fietsen is er geen forfaitaire berekeningswijze voorzien en moet u rekening houden met de werkelijkheid waarbij het woon-werkverkeer uiteraard niet beschouwd wordt als een beroepsmatig gebruik.

Voor andere gemengd gebruikte roerende goederen, met uitzondering van de vervoermiddelen, is er een algemeen forfait mogelijk van 75% aftrek op de bedrijfsmiddelen en bijhorende kosten. Het gaat dan bijvoorbeeld om computers, tablets en gsm’s. Bij een bedrijfsmiddel van minder dan 1.000 EUR is er geen herziening nodig op basis van de normale waarde.

De essentie

  • Bij gemengd beroeps- en privégebruik moet de btw-aftrek in de regel van meet af aan beperkt te worden tot beroepsgebruik.
  • Voor personenwagens, lichte vrachtwagens, computers, tablets en gsm’s zijn forfaitaire aftrekpercentages mogelijk.
  • De verkoop van een personenwagen met toepassing van btw op de helft van de nettoverkoopprijs is in bepaalde gevallen mogelijk.

Meer weten?

Neem contact op met Herman Deprouw, Partner / Fiscaal accountant of uw dossierverantwoordelijke.
Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.