Grondwettelijk Hof bevestigt uitsluiting IT-sector van gunstregime auteursrechten

Vakartikels

Als gevolg van de Programmawet van 26 december 2022 gelden sinds 1 januari 2023 strengere regels voor het fiscaal gunstregime voor auteursrechten. Natuurlijke personen die voordien al gebruik maakten van het ‘oude’ gunstregime, konden nog één jaar overgangsmaatregelen genieten. Door de fiscale definitie van auteursrechten aan te scherpen, leek voornamelijk de IT-sector uit de boot te vallen. Omdat deze sector zich geviseerd voelde, trachtte ze deze wetswijziging op verschillende manieren ongedaan te maken, tot aan het Grondwettelijk Hof. Met haar arrest van 16 mei 2024 nam het Hof een duidelijk standpunt in.

Achtergrond

Sinds 2008 kunnen natuurlijke personen aanspraak maken op een fiscaal voordelig regime voor inkomsten verkregen uit de overdracht van auteursrechten. Sterk samengevat houdt dit regime in dat inkomsten uit auteursrechten binnen bepaalde grenzen belast worden als roerend inkomen aan een tarief van 15% roerende voorheffing. Na aftrek van een forfaitaire kostenaftrek tot 50% resulteerde dit in praktijk vaak in een effectieve belasting van slechts 7,5%.

Hoewel dit regime oorspronkelijk bedoeld was voor onregelmatige en wisselvallige inkomsten verkregen in het kader van literaire, creatieve en artistieke activiteiten, werd de toepassing ervan de afgelopen jaren alsmaar uitgebreid. In bepaalde sectoren, zoals de IT-sector, werden auteursrechtenvergoedingen steeds vaker een vast onderdeel van het verloningsbeleid voor softwareontwikkelaars.

Om paal en perk te stellen aan dit oneigenlijke gebruik, voorzag de wetgever in ons land vanaf inkomstenjaar 2023 een grondige hervorming van dit fiscale gunstregime. De inzet? Een terugkeer naar het oorspronkelijk doel van de wet.

Vernieuwde grenzen en overgangsmaatregelen

Hoe zag deze hervorming eruit? Enerzijds voorzag de wetgever extra plafonds om het bedrag aan auteursrechten te bepalen dat onder het fiscale gunstregime kan vallen. Als gevolg hiervan gelden de volgende drie grenzen sinds inkomstenjaar 2023 :

  • Een absolute grens (jaarlijks indexeerbaar) die al bestond onder het oude regime.
  • Een relatieve grens die toeziet op de verhouding tussen de vergoeding voor overdracht van auteursrechten (30%) en de beroepsinkomsten (70%), in de mate dat de overdracht van auteursrechten gepaard gaat met een prestatie.
  • Een gemiddelde grens op basis van de vier voorafgaande belastbare tijdperken. 

Om de pil enigszins te verzachten, werden overgangsmaatregelen in het leven geroepen. Zo treedt de relatieve grens slechts getrapt in voege, waarbij voor het inkomstenjaar 2023 een verhouding van 50-50 gold, vanaf 2024 een verhouding 40-60 van toepassing is, om vanaf inkomstenjaar 2025 te landen op de hierboven vermelde 30-70 verhouding.

Voor natuurlijke personen die al gebruik maakten van het regime, maar die niet langer onder het vernieuwde toepassingsgebied vallen (met name de IT-sector), werden strengere overgangsmaatregelen voorzien. Deze natuurlijke personen konden een laatste maal het gunstregime toepassen in inkomstenjaar 2023, met een beperking tot de helft voor zowel de kostenforfaits als de absolute grens.

Intrede fiscale definitie van auteursrechten

Anderzijds werd ook een fiscale definitie voor ‘auteursrechten’ ingevoerd, om zo het toepassingsgebied strikter af te bakenen. In een notendop: het bestaan van een auteursrecht wordt voortaan slechts getoetst aan het algemene hoofdstuk over auteursrechtelijk beschermde werken zoals voorzien in het Wetboek Economisch recht.

Bovendien moet de natuurlijke persoon met het oog op de toepassing van het fiscale regime een kunstwerkattest kunnen voorleggen of, bij gebrek daaraan, aantonen dat de auteursrechten worden overgedragen met het oog op de mededeling aan het publiek (en)/of voor reproductie. In het kader van deze bespreking gaan we niet dieper in op de nuances van deze voorwaarden.

De fiscale definitie voor ‘auteursrechten’ is aangescherpt om het toepassingsgebied in te perken. Voortaan moet je drie grenzen respecteren om het bedrag aan auteursrechten te bepalen. 

Wat met de IT-sector?

Zoals toegelicht, werd de omschrijving van de geviseerde auteursrechten anders geformuleerd, namelijk zonder verwijzing naar het specifieke hoofdstuk met betrekking tot de gelijkstelling van computerprogramma’s met werken van letterkunde. Technisch gezien sluit deze nieuwe formulering geen computerprogramma’s en software uit, aangezien ze – vanuit juridisch oogpunt – ook onder de algemene definitie zouden moeten vallen.

Toch bevestigde minister van Financiën Vincent Van Peteghem een restrictieve interpretatie van de fiscale wet, aangezien de fiscale wetsaanpassing specifiek tot doel had het toepassingsgebied in te perken. Hierdoor werd de IT-sector uitgesloten vanaf inkomstenjaar 2023, weliswaar met een overgangsperiode van een jaar.

Dit standpunt deed heel wat stof opwaaien. Ook in de rechtsleer werd het standpunt sterk bekritiseerd. De rulingdienst besloot een tijdlang geen voorafgaandelijke beslissingen inzake auteursrechten meer af te leveren. Er was de aankondiging van een verduidelijkende circulaire die er uiteindelijk nooit kwam. In een poging de wetswijziging aan te vechten, vorderden enkele betrokkenen uit de IT-sector de vernietiging van de uitsluiting van softwareontwikkelaars voor het Grondwettelijk Hof op grond van discriminatie.

Het Grondwettelijk Hof brengt voor eens en voor altijd duidelijkheid: het vernieuwde fiscale regime sluit de IT-sector uit. Deze uitsluiting is verantwoord. 

Arrest Grondwettelijk Hof

Op 16 mei 2024 bracht het Grondwettelijk Hof voor eens en voor altijd duidelijkheid: het vernieuwde fiscale regime sluit computerprogramma’s en software effectief uit, maar deze uitsluiting is verantwoord wegens niet-discriminerend. Volgens het Hof berust het verschil in behandeling op een objectief criterium, met name de specifieke aard van een werk van letterkunde of kunst versus een computerprogramma, en meer bepaald het gegeven dat in hoofde van computerprogramma’s niet voldaan is aan de vereiste van het onregelmatige en wisselvallige karakter van de inkomsten.

Zo valt definitief het doek over de toepassing van auteursrechten in de IT-sector. Vanaf inkomstenjaar 2023 worden softwareontwikkelaars (software developers) uitgesloten van het regime van auteursrechten. Softwareontwikkelaars die al vóór 2023 aanspraak maakten op de auteursrechtenregeling, konden nog één jaar gebruik maken van de overgangsmaatregel. Fiscale wetgeving wordt geacht rechtszekerheid te bieden aan belastingplichtigen. De toekomst zal uitwijzen of de huidige wetgeving deze test doorstaat.

De essentie

  • Sinds inkomstenjaar 2023 is het fiscaal regime van auteursrechten grondig hervormd.
  • Voortaan moet je drie grenzen respecteren om het bedrag aan auteursrechten te bepalen.
  • Voor natuurlijke personen die vóór 2023 al gebruik maakten van het ‘oude’ regime, gelden overgangsmaatregelen.
  • De fiscale definitie voor ‘auteursrechten’ is aangescherpt, zodat het toepassingsgebied ingeperkt wordt.
  • Grondwettelijk Hof bevestigt: IT-sector definitief uitgesloten.