Hervorming erf- en schenkbelasting: welke wijzigingen moet u onthouden?
In alle drukte rond de federale regeringsvorming zouden we bijna vergeten dat er al sinds eind september 2024 een nieuwe Vlaamse regering is.
Die regering heeft alvast niet stilgezeten. In het ontwerp van programmadecreet bij de begroting 2025, dat ingediend werd op 8 november 2024, staan enkele wijzigingen op het vlak van schenk- en erfbelasting.
Wat wijzigt er?
1. De meest in het oog springende maatregel is de verlenging van de “verdachte periode” van drie naar vijf jaar in de erfbelasting bij onrechtstreekse schenkingen.
Als u vanaf 1 januari 2025 een schenking doet die niet geregistreerd is vóór het overlijden van de schenker (bijvoorbeeld een bankgift of handgift), dan komt deze schenking alsnog in aanmerking voor erfbelasting als de schenker overlijdt binnen de 5 jaar na deze (onrechtstreekse) schenking.
De memorie van toelichting legt uit waarom de termijn wijzigt van drie naar vijf jaar:
“Voorliggend ontwerp wil mensen graag het maximum aan rechtszekerheid bieden, wanneer zij iets geschonken krijgen. Die rechtszekerheid kan het beste geboden worden door een schenking te laten registreren. Enkel dan verkrijgt die schenking immers een vaste datum.
Een verlenging van de verdachte periode zal mensen nog meer aanmoedigen om hun schenkingen te laten registreren. De verdachte periode wordt dan ook verlengd van drie naar vijf jaar. Bovendien wordt op die manier vermeden dat nalatenschappen te kort voor het overlijden van hun inhoud worden ontdaan, door middel van handgiften of onrechtstreekse schenkingen, bijvoorbeeld een bankgift."
2. Voor kosteloze bedingen ten behoeve van een derde wijzigt de periode van drie naar vijf jaar (denk hierbij aan de uitkering van een levensverzekering binnen de vijf jaar voor het overlijden).
3. Ook het wettelijk vermoeden van eigendom wijzigt van drie naar vijf jaar.
Een voorbeeld ter illustratie: als men een onroerend goed heeft verkocht voor 200.000 euro in een periode van drie jaar vóór het overlijden, gaat men ervan uit dat op datum van overlijden op de bankrekening minstens 200.000 euro kan teruggevonden worden.
Is dit niet het geval, dan moeten de erfgenamen kunnen aantonen wat er met die 200.000 euro is gebeurd.
Uiteraard mag de erflater die 200.000 euro in die periode van drie jaar nog gebruiken. In dat geval moeten de erfgenamen echter kunnen aantonen welke transacties in de verdachte periode plaatsvonden. Als ze dit onvoldoende kunnen aantonen, dan gaat men ervan uit dat de middelen geschonken werden aan de erfgenamen zonder schenkbelasting, met als gevolg dat er alsnog successiebelasting op verschuldigd is.
Aangezien de verdachte periode verlengd wordt tot vijf jaar, zal ook de termijn met betrekking tot de onderzoeksbevoegdheid van de Vlaamse Belastingdienst wijzigen, meer bepaald de termijn voor de machtiging bij bankonderzoek.
4. Om retroactiviteit te vermijden, geldt er een gefaseerde inwerkingtreding. De wijzigingen treden in werking vanaf 1 januari 2025 en zijn van toepassing op:
- Akten van kosteloze beschikkingen die dagtekenen vanaf 1 januari 2025 (voor de hierboven vermelde wijzigingen 1 en 2)
- Akten van eigendom die ten bate van de erflater of op zijn verzoek zijn verleden vanaf 1 januari 2025 (voor wijziging 3)
De “verdachte periode” in de erfbelasting bij onrechtstreekse schenkingen wordt verlengd van drie naar vijf jaar.
Wat wijzigt er nog?
- Afschaffing van verlaagde schenkbelastingtarieven voor gebouwen die energetisch gerenoveerd worden voor schenkingen vanaf 1 januari 2025.
Voor de erfbelasting zouden er deze regeerperiode nog wijzigingen op til zijn (verlaging tarieven, grotere belastingvrije erfdelen,…). Zo lezen we in de regeringsverklaring:
“We hervormen en verlagen de erfbelasting, zowel voor de kinderen en de langstlevende als voor broers, zussen en andere personen. Iedereen moet kunnen genieten van een lagere erfbelasting, waarbij we in eerste instantie onze focus leggen op de kleine en middelgrote erfenissen. We hebben in deze hervorming ook specifieke aandacht voor de situatie waarbij een overledene niemand nalaat of kan begiftigen in rechte lijn. We behouden het principe dat de schenkbelasting niet hoger mag zijn dan de erfbelasting. Onrechtmatige achterpoortjes worden gesloten.”
Over deze wijzigingen zijn echter nog geen ontwerpteksten opgemaakt, nu de wijzigingen pas in 2026 in werking zouden treden. Wel verschenen er in de pers al een aantal krijtlijnen van de verwachte aanpassingen, zoals onder meer:
- Geen erfbelasting in rechte lijn op de eerste schijf van 50.000 euro roerend en/of onroerend vermogen.
- Verhoging van de belastingvrije som van 50.000 euro naar 150.000 euro roerend vermogen voor de langstlevende partner.
- De tarieven en grensbedragen zouden aangepast worden in het tarief rechte lijn en tussen partners.
- 3%: nu van 0 – 50.000 naar 0 - 150.000
- 9%: nu van 50.000 – 250.000 naar 150.000 – 250.000
- 27%: > 250.000 blijft
- De tarieven en grensbedragen zouden aangepast worden in het tarief tussen broers en zussen de rechte lijn en tussen partners.
- 25%: nu van 0 – 35.000 naar 0 – 75.000
- 30%: nu van 35.000 – 75.000 naar 75.000 – 150.000
- 55%: nu vanaf 75.000 naar > 150.000
- De tarieven en grensbedragen zouden aangepast worden in het tarief “anderen”.
- 25%: nu van 0 – 35.000 naar 0 – 75.000
- 45%: nu van 35.000 – 75.000 naar 75.000 – 150.000
- 55%: nu vanaf 75.000 naar > 150.000
Wel heeft de partij Open Vld op 23 september 2024 een voorstel van decreet ingediend tot afschaffing van de erfbelasting tussen partners.
Wat moeten we hiervan onthouden?
Wilt u nog een niet-notariële schenking doen? Dan kunt u dit best uitvoeren vóór 1 januari 2025!
De essentie:
- De “verdachte periode” in de erfbelasting bij onrechtstreekse schenkingen wordt verlengd van drie naar vijf jaar.
- Voor kosteloze bedingen ten behoeve van een derde wijzigt de periode van drie naar vijf jaar.
- Ook het wettelijk vermoeden van eigendom wijzigt van drie naar vijf jaar.
- De termijn met betrekking tot de machtiging bij bankonderzoek wordt gewijzigd.
- Afschaffing van verlaagde tarieven schenkbelasting voor gebouwen die energetisch gerenoveerd worden voor schenkingen vanaf 1 januari 2025.
- Een niet-notariële schenking voert u best nog uit vóór 1 januari 2025.
Auteur
Frederic Dedeurwaerdere, Partner Vermogens- & successieplanning
f.dedeurwaerdere@bakertilly.be