Maximale rente credit R/C voor boekjaar 2025 bekend

Vakartikels

Sinds 2020 bevat de fiscale wet een plafond voor de fiscale aftrek van de interesten op credit rekening-courant. Voor het jaar 2025 bedraagt dit plafond 7,08%.

In het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting in 2017, werd vanaf 1 januari 2020 een renteplafond ingevoerd op de credit rekening-courant (bestuurder/aandeelhouder heeft een vordering op de vennootschap). Op basis van artikel 55, lid 1, 1° WIB92, is dit renteplafond gebaseerd op de MFI-rentevoet van november van het voorgaande jaar, verhoogd met 2,5%. Meer bepaald gaat het om de MFI-rentevoet voor leningen tot 1 miljoen EUR met variabel tarief en een initiële rentebepaling tot een jaar, verstrekt aan niet-financiële vennootschappen.

De MFI-rentevoeten van november 2022, 2023 en 2024 zien er als volgt uit:

  November 2022 November 2023 November 2024
Leningen tot 1 mio EUR
met een variabel tarief en
initiële rentebepaling van
een jaar
3,20% 5,52% 4,58%
  2,50% 2,50% 2,50%
Renteplafond R/C 5,70% 8,02% 7,08%

De forfaitaire rentevoet bij een credit rekening-courant voor inkomstenjaar 2025 bedraagt 7,08%.

Om de maximale rente voor boekjaar 2025 te bepalen, moet u rekening houden met de MFI-rentevoet gedurende november 2024. Deze rentevoet bedroeg 4,58%. Na verhoging met 2,5% bedraagt de maximale rente voor interesten op credit rekening-courant in 2025 dus 7,08%.

Wanneer een credit interest wordt betaald, wordt in hoofde van de verkrijger-natuurlijke persoon een bevrijdende roerende voorheffing van 30% ingehouden. Bij de vennootschap is de betaalde interest een aftrekbare kost, op voorwaarde dat deze het toepasselijk renteplafond niet overschrijdt.

Hou rekening met een risico op herkwalificatie als dividend bij een te hoge interest als de genieter een individuele aandeelhouder of bestuurder is.

Als er echter een hogere interest gerekend wordt dan het renteplafond, is het mogelijk dat de interest voor het excessieve gedeelte wordt geherkwalificeerd in een dividend als de genieter een individuele aandeelhouder of bestuurder is. Dit is nadelig voor de vennootschap, aangezien een uitgekeerd dividend niet als een aftrekbare kost maar als een resultaatsbestemming (en dus deel van het fiscaal resultaat) wordt beschouwd in de vennootschapsbelasting. Op het vlak van roerende voorheffing zal deze herkwalificatie geen impact hebben, aangezien ze allebei aan 30% roerende voorheffing onderworpen zullen zijn.

We merken hierbij op dat de fictieve rentevoet bij een debet rekening-courant, waar de vennootschap een vordering heeft op een werknemer/bestuurder, met 6,25% (inkomstenjaar 2024, nog niet gekend voor inkomstenjaar 2025) nog altijd redelijk hoog ligt. Toch is deze, zoals in 2023, lager dan de credit rente.