Vergeet uw decembervoorschot niet!
Btw-belastingplichtigen die zich in een te betalen positie bevinden, moeten jaarlijks een decembervoorschot betalen. Dit geldt zowel voor maand- als kwartaalaangevers. Voor de bepaling van het bedrag van het decembervoorschot gelden dezelfde spelregels voor beide groepen. Ze moeten echter wel rekening houden met andere berekeningstermijnen.Hierna vindt u een overzicht van de berekeningswijze, de keuze die u hebt en de formaliteiten die u moet naleven.
Hoe wordt het decembervoorschot voor maandaangevers bepaald?
Voor het bepalen van het bedrag zijn er twee mogelijkheden.
Methode 1: Werkelijk verschuldigde btw voor de periode van 1 december 2019 tot en met 20 december 2019
Het bedrag van het decembervoorschot is gelijk aan de daadwerkelijk verschuldigde btw (opeisbare btw minus aftrekbare btw) voor handelingen verricht tijdens de periode van 1 december 2019 tot en met 20 december 2019.
De verschuldigde btw wordt opgenomen in rooster 91 van de btw-aangifte van de maand december 2019. U moet deze btw-aangifte uiterlijk 20 januari 2020 indienen. Deze deadline geldt ook voor eventuele betalingen voor de aangifte van de maand december 2019 (onder aftrek van het al betaalde decembervoorschot).
Het verschuldigd decembervoorschot moet u uiterlijk 24 december 2019 betalen.
Als de te betalen btw voor de periode van 1 december 2019 tot en met 20 december 2019 kleiner of gelijk is aan de aftrekbare btw, dan wordt 0,00 ingevuld in rooster 91 van de btw-aangifte van de maand december 2019. Op die manier wordt aangegeven dat methode 1 wordt gekozen, waarbij geen decembervoorschot betaald moet worden.
Methode 2: Bedrag van de verschuldigde btw van de maand november 2019
Als u het voorschot niet via de eerste methode wil of kan vaststellen, dan kan u een andere methode kiezen, waarbij rooster 91 van de btw-aangifte van de maand december 2019 niet wordt ingevuld. Hierdoor geeft u aan dat u kiest voor een decembervoorschot dat gelijk is aan de verschuldigde btw met betrekking tot de handelingen van de maand november 2019 (rooster 71 van die btw-aangifte).
Het verschuldigd decembervoorschot moet u uiterlijk 24 december 2019 betalen.
Als de btw-aangifte van november resulteert in een niet te betalen btw-bedrag (rooster 71 = 0,00) of in een btw-tegoed (rooster 72), dan moet u geen decembervoorschot betalen en moet rooster 91 van de btw-aangifte van december 2019 niet worden ingevuld.
Het onderscheid tussen de toepassing van methode 1 of 2 wordt dus bepaald en vastgesteld op basis van het al dan niet vermelden van een bedrag in rooster 91 van de btw-aangifte van december 2019. Als daarin niets vermeld wordt, dan gaat de administratie er automatisch van uit dat werd geopteerd voor methode 2.
Hoe wordt het decembervoorschot voor kwartaalaangevers bepaald?
Ook hier zijn er twee mogelijkheden.
Methode 1: Werkelijk verschuldigde btw voor de periode van 1 oktober 2019 tot en met 20 december 2019
Het bedrag van het decembervoorschot is gelijk aan de daadwerkelijk verschuldigde btw (opeisbare btw minus aftrekbare btw) voor handelingen verricht tijdens de periode van 1 oktober 2019 tot en met 20 december 2019.
De verschuldigde btw wordt opgenomen in rooster 91 van de btw-aangifte van het 4de kwartaal 2019. U moet deze btw-aangifte uiterlijk 20 januari 2020 indienen. U moet met deze deadline rekening houden voor eventuele betalingen voor het 4de kwartaal (onder aftrek van het reeds betaalde decembervoorschot).
Het verschuldigd decembervoorschot moet u uiterlijk 24 december 2019 betalen.
Als de te betalen btw voor de periode van 1 oktober 2019 tot en met 20 december 2019 kleiner of gelijk is aan de aftrekbare btw, dan wordt 0,00 ingevuld in rooster 91 van de btw-aangifte van het 4de kwartaal 2019. Op die manier wordt aangegeven dat methode 1 wordt gekozen, waarbij geen decembervoorschot betaald moet worden.
Methode 2: Bedrag van de verschuldigde btw van het 3de kwartaal 2019
Als u het voorschot niet via de eerste methode wil of kan vaststellen, dan mag rooster 91 van de btw-aangifte van het 4de kwartaal 2019 niet worden ingevuld. Hierdoor geeft u aan dat u kiest voor een decembervoorschot dat gelijk is aan de verschuldigde btw met betrekking tot de handelingen van het 3de kwartaal 2019 (rooster 71 van de btw-aangifte).
Het verschuldigd decembervoorschot moet u uiterlijk 24 december 2019 betalen.
Als de btw-aangifte van het 3de kwartaal resulteert in een niet te betalen btw-bedrag (rooster 71 = 0,00) of in een btw-tegoed (rooster 72), dan moet u geen decembervoorschot betalen en moet rooster 91 van de btw-aangifte van het 4de kwartaal 2019 niet worden ingevuld.
Het onderscheid tussen de toepassing van methode 1 of 2 wordt dus bepaald en vastgesteld op basis van het al dan niet vermelden van een bedrag in rooster 91 van de btw-aangifte van het 4de kwartaal 2019. Als daarin niets vermeld wordt, dan gaat de administratie er automatisch van uit dat werd geopteerd voor methode 2.
Tenslotte signaleren wij u dat voor de berekening van het decembervoorschot rekening wordt gehouden met een van de bovenvermelde methodes. Wat de effectieve betaling betreft, kan echter rekening worden gehouden met een eventueel tegoed op de rekening-courant, als dit van toepassing zou zijn.
Wenst u meer informatie over dit thema?
Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Wim De Pelsmaeker, VAT Partner, of uw dossierverantwoordelijke.
Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.
