Federaal regeerakkoord 2025-2029 | Personenbelasting
Na maanden onderhandelen starten vandaag de Arizona partijen met de uitvoering van hun regeerakkoord, een politiek akkoord welke afgelopen vrijdag 31/01 werd bekomen. In dit artikel lichten wij voornamelijk de topics toe welke betrekking hebben op het vlak van de arbeidsmarkt, het arbeidsrecht, de sociale zekerheid en de personenbelasting. Het betreft evenwel op heden een regeerakkoord, geen concrete wetgeving/regelgeving. Hiervoor zullen dagen, maanden,… nodig zijn, overleg en advies door de sociale partners, overleg op federaal niveau, overleg met de deelregeringen,…
Meer Belgen aan het werk, werken doen lonen met een ambitie om te komen tot een tewerkstellingspercentage van 80%
Het nieuwe regeerakkoord richt zich op het vergroten van de koopkracht voor werknemers met een bescheiden loon (onder de mediaan) om de sociale ongelijkheid te verkleinen. Het doel is om mensen te stimuleren om actief op de arbeidsmarkt te blijven.
- Het verschil tussen werken en niet-werken zal altijd meer dan 500 EUR bedragen.
- Een verhoging van de lagere nettolonen via een aanpassing van de belastingvrije som, de verlaging van de bijzondere sociale zekerheids-bijdrage (BBSZ) en een versterking van de sociale werkbonus.
- Verhoging van de nationale minimumlonen in 2026 en 2028 met 35 EUR, zonder extra kosten voor de werkgevers.
- Werkloosheidsuitkeringen worden (in principe) beperkt in de tijd, in principe tot maximum twee jaar (na vijf gewerkte jaren), voor schoolverlaters tot maximum één jaar. Voor 55-jarigen met minstens 30 jaar beroepsverleden (geleidelijk verhoogd naar 35 jaar tegen 2030) geldt de beperking in de tijd niet. Ook zal iemand die langer dan 3 maanden tijdelijk werkloos is verplicht worden zich in te schrijven als werkzoekende.
- Ook een werknemer die minstens een loopbaan heeft van 10 gewerkte jaren heeft na zelf ontslag genomen te hebben recht om eenmaal tijdelijk een werkloosheidsuitkering te genieten.
- Een familiekrediet – een aantal dagen verlofrechten per kind – wordt ingevoerd en zal de huidige verlofrechten (tijdskrediet, zorgverlof, ) vereenvoudigen en zal het familiekrediet, onder bepaalde voorwaarden, ook op te nemen zijn door de grootouders.
- Vanaf het regeerakkoord stopt de instroom van SWT (het vroegere brugpensioen).
- Preventie en en re-integratie van langdurig zieken zal een cruciaal thema zijn.
- Een landingsbaan (halftijds of 4/5de) blijft mogelijk vanaf 55 jaar, met een loopbaan van minstens 30 jaar met elk minstens 156 gewerkte dagen. Deze voorwaarde wordt gradueel verhoogd naar 35 loopbaanjaren in 2023.
- Het verbod om 3x per jaar voor de eerste ziektedag een doktersbriefje te vragen (in ondernemingen > 50 werknemers) wordt herleid naar 2x per jaar.
- De periode van herval en een nieuw recht op gewaarborgd loon wordt uitgebreid naar 8 weken werkhervatting (in plaats van op heden twee weken).
- De mogelijkheid zal onderzocht worden om gewerkte uren tijdens trajecten met het openbaar vervoer mee te tellen voor de arbeidstijd (= het teleTREINwerk).
- Ouderschapsverlof zal ook mogelijk zijn voor pleegouders.
- De belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen wordt afgeschaft.
- Er wordt gekeken naar een voordeligere belastingvermindering voor kinderopvang voor ouders die werken.
- Het leefloon blijft onbelast.
- Het huwelijksquotiënt dat ervoor zorgt dat het loon van de partner met de hoogste inkomsten bij de andere partner terechtkomt die geen of weinig belastbare inkomsten ontvangt (vanwege geen tewerkstelling), waardoor de progressiviteit daalt, zal tegen 2029 gehalveerd worden voor niet-gepensioneerden tegen 2029. Voor gepensioneerden wordt er een uitdoofscenario op lange termijn ingevoerd.
Loonkost werkgever, concurrentiepositie verbeteren
- Op heden blijft het systeem van de automatische indexering van de lonen behouden alsook de loonnormwet, maar met vraag alvast aan de sociale partners om tegen eind 2026 advies uit te brengen over de hervorming van deze punten.
- Verlaging van de loonkost voor de lage-en middenlonen. Een plafonnering van de RSZ-werkgeversbijdrage vanaf een brutojaarloon van 250.000 EUR (te bevestigen).
- De plusplannen worden hervormd. De RSZ-vermindering voor de 1ste werknemer blijft onbeperkt in tijd met een bijdragevermindering van 2.000 EUR per kwartaal. Ook zal er voor de 2de tot de 5de werknemer een bijdragevermindering komen van 1.000 EUR per kwartaal en dit gedurende de eerste drie jaar.
- Het expat regime om internationaal talent naar België te brengen en te behouden zou aantrekkelijker worden (35% i.p.v 30% belastingvrije kosten eigen aan de werkgever en de bruto bezoldiging wordt verlaagd van EUR 75.000 naar EUR 70.000).
Alternatieve verloning
- Er wordt zo snel mogelijk opdracht gegeven aan de sociale partners om de wettelijk toegestane maximale tussenkomst voor de maaltijdcheques te verhogen met twee maal 2 EUR en dit tijdens de komende legislatuur. Ook zal de aftrekbaarheid van de werkgeverskost overeenkomstig worden verhoogd en zal de bestedingsmogelijkheid worden uitgebreid.
- Verder zullen in samenspraak met de sociale partners andere cheques (ecocheques, sport-en cultuurcheques,…) worden uitgedoofd om het aantal soorten cheques te reduceren en de koopkracht te behouden.
- Er wordt voorzien in een hervorming van collectieve bonussystemen, zoals de loonbonus (CAO 90) en de winstpremie. De regels worden vereenvoudigd, wat moet leiden tot meer transparantie en een efficiëntere implementatie, waardoor het opnieuw interessanter moet worden om personeel te belonen in geld, eerder dan in andere voordelen in natura. De bestaande RSZ-en fiscale behandeling blijven behouden.
- Flexibel verlonen via cafetariaplannen blijft mogelijk. Evenwel zal de brutoloonruil beperkt worden tot 20% van het jaarlijkse brutoloon alsook zou een wettelijke omkadering met behoud van administratieve eenvoud worden ingevoerd.
- Het bestaande mobiliteitsbudget wordt (met de nodige overgangsmaatregelen) hervormd tot een mobiliteitsbudget voor iedereen. Dit nieuwe systeem zal ook de bestaande regelingen voor tussenkomsten van de werkgever in de woon-werk-en privéverplaatsingen van de werknemer vervangen en dus het huidige systeem vereenvoudigen. Ook zal het mobiliteitsbudget door werkgevers automatisch moeten worden aangeboden aan werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen.
- Er komt zo snel mogelijk een kader voor kosten eigen aan de werkgever.
- Het regime van de auteursrechten wordt opnieuw uitgebreid. Opnieuw zullen de digitale beroepen (lees: de IT-sector) aanspraak kunnen maken op deze fiscaal gunstig regime.
Personenbelasting
Een belangrijke doelstelling van het regeerakkoord is de vereenvoudiging van het fiscaal systeem, zodat het transparanter en gebruiksvriendelijker wordt voor particulieren. Dit zal onder andere betekenen dat verschillende belastingverminderingen op termijn verdwijnen, waardoor het aantal belastingcodes vermindert en het aangifteformulier eenvoudiger wordt.
De volgende belastingverminderingen, uitzonderingen, vrijstellingen en aftrekken worden geschrapt:
- De federale interestaftrek voor de niet-eigen woning;
- De belastingvermindering in het kader van beleggingen in ontwikkelingsfondsen voor microfinanciering;
- De belastingvermindering voor huisbedienden;
- De belastingvrijstelling voor bijkomend personeel met een laag loon en voor bijkomend personeel voor de uitvoer en integrale kwaliteitszorg;
- De verhoogde aftrek van beroepskosten voor lokale mandaten;
- De belastingvermindering voor adoptiekosten;
- De belastingvermindering voor rechtsbijstand;
- De belastingvermindering voor giften wordt verlaagd van 45% naar 30%;
- Het verhoogde forfait voor verre verplaatsingen;
- PC-privé-plan;
- De belastingvermindering voor minderwaarden gelegen naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een private privak;
- De belastingvermindering voor elektrische motorfietsen, driewielers en vierwielers;
- De verhoogde kostenaftrek van het stagebonusloon;
- De vrijstelling voor woon-werkverkeer met de auto zal éénmalig niet worden geïndexeerd.
Ieder kind zal dezelfde toeslag krijgen op de belastingvrije som tot een bepaald plafondbedrag. Een extra toeslag op de belastingvrije som zal enkel worden toegekend aan de werkelijk alleenstaande ouders.
Inkomsten uit studentenarbeid komen tot een bepaald maximum bedrag niet in aanmerking voor het bepalen van de nettobestaansmiddelen van kinderen ten laste. Dit maximum bedrag wordt verdubbeld alsook het maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen wordt opgetrokken naar EUR 12.000 voor iedereen.
Betaalde onderhoudsuitkeringen zullen slechts voor 50% (voorheen 80%) aftrekbaar zijn. Uitkeringen naar landen buiten de EER zullen niet langer aftrekbaar zijn.
De fiscale hervorming zal nieuwe fiscale grensbedragen meedelen. Bepaalde fiscale uitgaven blijven niet-geïndexeerd.
De bijlage nr. 270 MLH (huurbijlage) dat sinds inkomstenjaar 2023 werd toegevoegd aan de aangifte in de personenbelasting zal dan toch achterwege worden gelaten en men is op zoek naar een minder administratieve oplossing.
Zelfstandigen
Ook voor zelfstandigen worden er vereenvoudigingen doorgevoerd. Zo wordt onderzocht of de huidige driemaandelijkse berekening van de sociale bijdragen vervangen kan worden door een maandelijkse berekening, waarbij de betaling echter nog steeds per kwartaal plaatsvindt.
Daarnaast wordt gekeken of de boetes voor laattijdige betaling van bijdragen herzien kunnen worden.
De tweede pensioenpijler (VAPZ, IPT en POZ) zal ook worden vereenvoudigd waarbij ook de 80%-regel wordt hervormd. Het maximum voor pensioenopbouw inzake het klassieke VAPZ wordt opgetrokken.
Om het regime van zelfstandigen in bijberoep toegankelijker te maken, wordt dit statuut ook volledig hervormd.
De belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen worden vanaf 2026 afgeschaft.
Effectentaks
Er komt een hervorming van de effectentaks, zodat de belastingdruk eerlijker wordt verdeeld. Het doel is dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
Modernisering van Belgisch arbeidsrecht
- Er wordt gevraagd aan de sociale partners om tegen 01/01/2027 het aantal paritaire comités te verminderen.
- In overleg met de sociale partners wordt uiterlijk voor 31/12/2025 de proefperiode opnieuw ingevoerd. Het wordt zowel voor de werkgever als de werknemer mogelijk om de arbeidsovereenkomst te beëindigen met een opzegtermijn van 1 week gedurende de eerste 6 maanden van de arbeidsovereenkomst.
- De ontslagvergoeding wordt geactiveerd en voor nieuwe aanwervingen beperkt tot maximum 52 weken.
- Er zal bekeken worden om het aantal beschermingsvergoedingen dat kan bekomen worden in het kader van een ontslag te beperken.
- Voor niet-verkozen kandidaten bij de sociale verkiezingen wordt de ontslagbescherming (dezelfde als voor de effectief verkozen kandidaten) beperkt van 2 jaar naar 6 maanden.
- Teneinde van het gunstige arbeidsrechtelijk en sociaal zekerheidsregime te genieten wordt het maximum aantal uren studentenarbeid permanent gebracht op 650 uren. De leeftijdsgrens wordt 15 jaar.
- Het systeem van de flexijobs wordt opengesteld voor alle sectoren (sectoren behouden de mogelijkheid voor opting-out). Ook wordt het maximum jaarinkomen opgetrokken van 12.000 naar 18.000 EUR. Indien van toepassing, wordt het huidig minimumloon ook opgetrokken van 17 naar 21 EUR/uur.
- Het individueel opleidingsrecht blijft behouden, maar zal herbekeken worden met meer flexibiliteit en aandacht voor de kleinere ondernemingen. Ook wordt de FLA (de federal learning account) geschrapt en vervangen door een ander systeem.
- De startbaanverplichting wordt afgeschaft.
- Er komt een nieuw wettelijk kader voor flexibele arbeid. Ook verdwijnt de minimale wekelijkse deeltijdse arbeidsduur (1/3 van een voltijds regime), het minimum van 3 uur per prestatie blijft behouden. De formaliteiten voor deeltijdse tewerkstelling zouden vereenvoudigen.
- Het verbod op nachtarbeid verdwijnt. In de distributiesector en aanverwante sectoren (onder meer e-commerce) zal nachtarbeid starten vanaf 24u in de plaats van – op heden – 20u).
- Voor de onvrijwillige overuren worden de bestaande procedure en het overloon behouden (alsook de 180 fiscaalvriendelijke overuren met fiscaal voordeel voor werkgever en werknemer). Voor de vrijwillige overuren wordt er 1 systeem van 360 vrijwillige overuren ingevoerd voor alle sectoren (in de horecasector 450) zonder motief of inhaalrust. Voor 240 van deze vrijwillige overuren is geen overloon verplicht en is bruto gelijk aan netto. Ook zal nog steeds een individuele overeenkomst tussen werkgever en werknemer nodig zijn. Vrijwillige overuren worden voorbehouden aan enerzijds voltijders en anderzijds deeltijders die minstens 3 jaar deeltijds werken op voorwaarde van een toename van werk.
- Voor de gewesten die dat vragen kan mogelijks 1 van de 10 wettelijke feestdagen vervangen worden door een regionale feestdag.
Meer controle
Het regeerakkoord voorziet in een betere samenwerking tussen de verschillende fiscale en sociale administraties. Dit zal leiden tot strengere controle op:
- De 183 dagen regel in de dubbelbelastingverdragen
- Schijnzelfstandigheid/schijnwerknemerschap
- Oneigenlijk gebruik van detachering
- Malafide onderaanneming
- Zwartwerk
- De digitale platformen en deeleconomie
- Single permits
De sociale partners zullen gevraagd worden op diverse maatregelen uit te werken inzake sociale fraude. Zoals reeds het geval is, zal – nog steeds – de opsporing van sociale fraude een belangrijk topic zijn.
Meer over het federaal regeerakkoord?
Lees ook wat er verandert voor uw vennootschapsbelasting en btw.
Auteurs
Louise D’hondt, Personal Tax Consultant
l.dhondt@bakertily.be
Mieke van den Bunder, HR Consulting Director
m.vandenbunder@bakertilly.be
Yves Coppens, Individual Tax Partner
y.coppens@bakertilly.be