Fiscale hervormingsplannen Van Peteghem

Vakartikels

Recent publiceerde minister van Financiën Vincent Van Peteghem zijn voorontwerp van wet tot uitvoering van de bredere fiscale hervorming I. Het doel? De lasten op arbeid significant verminderen en het belastingstelsel in ons land moderniseren, vereenvoudigen, rechtvaardiger en neutraler maken en dit in twee fasen. Onder voorbehoud van de behandeling binnen de federale regering en de Kamer zetten we enkele wijzigingen in de kijker.

DBI-aftrek

De DBI-aftrek wordt vervangen door een DBI-vrijstelling. Net zoals voor de meerwaarden op aandelen, geldt voor kwalificerende dividenden voortaan een vrijstelling via een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves. Voor bestaande DBI-aftrekoverschotten is een overgangsregeling voorzien.

Daarnaast worden de voorwaarden om de vrijstelling te bekomen verder aangescherpt. De minimumdrempel voor de aanschaffingswaarde blijft weliswaar behouden op € 2.500.000 (bij een participatie minder dan 10%), maar voortaan zou een duurzaam opgebouwde band nodig zijn met de onderneming waarin wordt belegd. De betrokken aandelen moeten daarom de aard van financiële vaste activa hebben.

In lijn met deze aanpassing vallen deelnemingen in zogenaamde DBI-Beveks voortaan ook buiten het toepassingsgebied. Daarnaast zou de uitsluiting van de minimumparticipatievoorwaarde en houdperiode voor beleggingen in en door zogenaamde “beleggingsvennootschappen” niet langer gelden.

    Aftrek voor innovatie-inkomsten

    Hou rekening met een lichte wijziging van de regels met betrekking tot de aftrek voor innovatie-inkomsten. Door een aanpassing van de fiscale definitie van octrooi of aanvullend beschermingscertificaat, komt er meer controle op het vernieuwend karakter van intellectuele eigendomsrechten (in het bijzonder octrooien). Voor meer informatie over deze regeling verwijzen we u graag naar een eerdere bijdrage.

    Investeringsaftrek

    Het voorontwerp van fiscale hervorming rationaliseert en vereenvoudigt de investeringsaftrek. Voor investeringen vanaf 1 januari 2024 zou met een driesporenstelsel gewerkt worden, met een basisaftrek, een verhoogde thematische aftrek en een technologie-aftrek. Voor de toepasselijke percentages zal een onderscheid gelden tussen enerzijds natuurlijke personen en kleine vennootschappen en anderzijds grote vennootschappen. De details van de uitwerking van deze regeling vindt u terug in een eerdere bijdrage.

    Verdubbeling lineair afschrijvingspercentage voor investeringen in klimaatneutrale technologieën

    Investeringen in nieuwe vaste activa die – op het moment van verkrijging of totstandkoming – voorkomen op een van de lijsten van de thematische investeringsaftrek (met name de energie-, vervoer-, milieu- of digitale ondersteuningslijst), kunnen genieten van een verdubbeling van het lineair afschrijvingspercentage. Het gaat hierbij om een mogelijke piste voor de vennootschap, en dus niet om een verplichting. Wie opteert voor het systeem van een verdubbeling van het lineair afschrijvingspercentage voor investeringen in klimaatneutrale technologieën, moet er rekening mee houden dat  deze keuze definitief en onherroepelijk is.

    Via deze wijziging kunnen vennootschappen tijdens de eerste jaren genieten van een hogere aftrek, en op die manier hun fiscale kost reduceren. Zo vermijden ze geconfronteerd te worden met cashflowproblemen op korte termijn.

    Gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing

    Op het vlak van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wil minister van Financiën via doelgerichte wijzigingen de bestaande tekortkomingen aanpakken. Meer informatie over de voorgenomen wijzigingen leest u in een eerdere bijdrage.

    Eenvoudigere behandeling van voordelen van alle aard

    Voordelen van alle aard zijn al langer een populair discussiepunt. De minister wil de fiscale en sociale behandeling van voordelen van alle aard op elkaar afstemmen. Daarnaast zou voor sommige voordelen de forfaitaire waardering worden vervangen door een werkelijke waardering. Dit heeft onder meer gevolgen voor de volgende voordelen: het gratis ter beschikking stellen van een woning, verwarming, elektriciteit of huispersoneel (via een overgangsregeling). Het bestaande fiscale stelsel van de bedrijfswagens wijzigt niet.

    Met zijn plan tot fiscale hervorming wil minister Van Peteghem de lasten op arbeid verlagen en de fiscaliteit in ons land moderniseren en vereenvoudigen.

    Meer nettoloon voor iedereen die (meer) werkt 

    Minister Van Peteghem stelt voor om de belastingvrije som over een periode van 3 jaar (aanslagjaren 2024, 2025 en 2026) op te trekken van € 4.785 naar € 6.355 (te indexeren basisbedragen). Deze wijziging wordt gecombineerd met gewijzigde toeslagen op de belastingvrije som. De toeslag voor het tweede, derde en vierde kind ten laste vermindert met € 200 à € 300. 

    Vermits de belastinghervorming arbeid wil aanmoedigen, voorziet het voorstel in de principiële belastbaarheid van het leefloon en de inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten vanaf 1 januari 2026. 

    Ook een verbreding van de tariefschrijf van 45% ligt op tafel. Gespreid over 3 jaar (aanslagjaren 2024, 2025 en 2026) zal de bovengrens van deze schrijf worden opgetrokken van € 46.440 naar € 60.000 (geïndexeerde bedragen voor het aanslagjaar 2024). Daarnaast zal de werkbonus aantrekkelijker worden, via een tragere uitfasering.

    Komaf maken met fiscale verschillen tussen koppels en alleenstaanden, in combinatie met een eerlijke gezinsfiscaliteit

    Om het fiscale onderscheid tussen alleenstaanden, samenwonenden en gehuwden te verkleinen, dooft het huwelijksquotiënt gefaseerd uit. In eerste instantie wordt het huwelijksquotiënt vanaf aanslagjaar 2025 verlaagd tot ongeveer 35% van het huidige maximumbedrag. Vanaf aanslagjaar 2026 wordt het huwelijksquotiënt volledig opgeheven. Voor gehuwde gepensioneerden geldt een uitdovingsperiode van 20 jaar.

    De aftrek voor onderhoudsuitkeringen wordt beperkt tot een maximumbedrag en zal worden verminderd over een periode van 20 jaar. Bovendien zullen uitkeringen in het kader van een onderhoudsverplichting betaald of toegekend vanaf 1 januari 2024, niet langer aftrekbaar zijn voor de betaler, maar ook niet langer belastbaar voor de ontvanger.

    Nieuwe regels moeten ervoor zorgen dat een rechter duidelijke afspraken formuleert bij fiscaal co-ouderschap, zodat hierover later geen discussies meer ontstaan.

    Nettobestaansmiddelen

    Het maximumbedrag aan nettobestaansmiddelen dat iemand mag ontvangen om beschouwd te kunnen worden als persoon ten laste, wordt aangepast. Op die manier kunnen kinderen langer ten laste blijven. Het bedrag wordt verhoogd van (geïndexeerd) € 3.820 voor aanslagjaar 2024 naar (geïndexeerd) € 7.650 vanaf aanslagjaar 2027.

    De bestaande vrijstellingen (zoals inkomsten uit studentenarbeid) zouden behouden blijven, met uitzondering van doctoraatsbeurzen. Deze beurzen worden vanaf aanslagjaar 2025 aangemerkt als bestaansmiddel.

    Belastingvermindering voor kinderopvang

    Een ander voorstel is om het bestaande basisbedrag van € 8,40 (geïndexeerd € 15,70 voor aanslagjaar 2024) per kind per oppasdag te verhogen. Vanaf 1 januari 2024 en 1 januari 2025 wordt dit bedrag verhoogd met ongeveer € 4,5 (geïndexeerd). Het maximumbedrag zou dan € 24,7 per kind per oppasdag bedragen. Vanaf 1 januari 2025 zou wel gewerkt worden met een maximumbedrag per kind per belastbaar tijdperk. Het bedrag mag per belastbaar tijdperk niet meer bedragen dan 220 maal het maximumbedrag. 

    Met deze maatregel wil minister Van Peteghem gezinnen met werkende ouders ondersteunen.

    80%-regel tweede pensioenpijler

    De bestaande 80%-regel voor aanvullende pensioenen gaat op de schop. Deze regel wordt vervangen door een nieuw stelsel dat gebaseerd is op de bruto jaarbezoldiging van het jaar zelf (en dit vanaf 1 januari 2024). Voor een jaarbezoldiging tot € 71.000 komt maximaal 12% van het loon in aanmerking om fiscaal voordelig gestort te worden. Boven dat plafond van € 71.000 bedraagt dit 32% van het loon.

    Een aantal fiscale aftrekposten en vrijstellingen gaan op de schop.

    Afschaffing aftrekposten en vrijstellingen

    Tot slot zullen tal van belastingvoordelen afgeschaft worden, zoals onder meer: 

    • De vrijstelling van de tussenkomst door de werkgever in de aankoopprijs van een computer (pc-privé);
    • Het kostenforfait voor verre verplaatsingen;
    • De vrijstelling voor aanvullend en bijkomend personeel;
    • De belastingvermindering voor het langetermijnsparen voor premies voor een individuele levensverzekering voor contracten afgesloten vanaf 1 januari 2024;
    • De belastingvermindering voor het verwerven van werkgeversaandelen;
    • Het verhoogde pensioensparen (basisbedrag zou van toepassing blijven);
    • De belastingvermindering voor het verwerven van aandelen van startende kmo’s en groeibedrijven;
    • De belastingvermindering voor minderwaarden naar aanleiding van de hele verdeling van het maatschappelijk kapitaal van een private privak;
    • De belastingvermindering voor de verwerving van een elektrisch voertuig;
    • De belastingvermindering voor de verwerving van aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen;
    • De belastingvermindering voor de bezoldigingen van een huisbediende;
    • De belastingvermindering voor een adoptieprocedure;
    • De belastingvermindering voor premies voor een rechtsbijstandverzekering;
    • De bonificatie voor voorafbetalingen van de belasting;
    • Het belastingkrediet voor de stijging van eigen middelen;
    • De vrijstelling van innovatiepremies.

    Daarnaast voorziet minister Van Peteghem een verschuiving van lasten op arbeid naar lasten op vermogen. In dat kader wordt de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen verdubbeld van 0,15% naar 0,30%.

    Hou er rekening mee dat al deze maatregelen nog bespreken worden binnen de federale regering. We volgen de actualiteit voor u op de voet.

    De essentie

    • In maart 2022 publiceerde minister van Financiën Vincent Van Peteghem zijn voorontwerp van wet tot uitvoering van de bredere fiscale hervorming I.
    • Met dit plan wil de minister de lasten op arbeid significant verminderen en het belastingstelsel in ons land moderniseren, vereenvoudigen, rechtvaardiger en neutraler maken.
    • Onder meer voor de DBI-aftrek, aftrek voor innovatie-inkomsten en investeringsaftrek gelden nieuwe spelregels.
    • Voor een aantal voordelen van alle aard wordt een eenvoudigere fiscale behandeling voorzien.
    • De minister lanceert ook enkele fiscale maatregelen om gezinnen met werkende ouders te ondersteunen.

    Meer weten?

    Neem contact op met Audrey De Bevere, Individual Tax Partner, Marc De Munter, Tax Partner, Renaud Devos, Tax Consultant of uw dossierverantwoordelijke.
    Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.